2014 Napels-Rome-Pisa

2014: Italië;
Napels-Rome-Pisa

Woensdag 9-juli 2014
Duiven-Schiphol-Napels
Napels Pompeii 31 km

Kaartjes
Mijn vrouw schudt het hoofd als ik op de fiets stap richting het station in Duiven. 07.28 uur op weg naar Schiphol en dan Napels.
Ik weet niet of ze trots op mij is, maar de weken alleen en vooral de nachten alleen vindt ze niet leuk. Daar begin ik dan. Kijken of de weken van voorbereiding goed waren. Nog veel onbekende dingen zal ik tegen komen en alleen moeten oplossen. De conditie is goed en ik heb zoveel mogelijk dingen uitgezocht.
Op het station Duiven tref ik een bekende en hij is verbaasd , Napels is niet en dagelijkse bestemming voor het begin van een fietstocht. Drie mensen van de trein controle, in gele jassen, komen ook het station op. Een vrouw , eind vijftig, zegt; “maar dat is geen vouwfiets en gewone fietsen mogen in de spits niet met de trein mee.” Ik lach vriendelijk en leg haar uit dat de regel niet in de zomer maanden juli en augustus gelden. Er gaat bij haar een lampje branden! “Ja”, u heeft gelijk. Maar u moet wel een kaartje hebben.” Ja dat heb ik ook. Ook dat zegt ze niet helemaal goed, want vanaf vandaag moet de fiets op de chipkaart staan en zijn er geen papieren kaartjes meer. Ik val haar daar maar niet lastig mee. In de trein vraagt ze niet meer naar kaartjes en wil ze weten waar de reis heen gaat. “Naar Napels, dan Rome en Pisa”, zeg ik. Daar wil ze meer van weten. Ze vertelt over haar eigen vakantie met een oude Citroëncamper, waar ze alleen mee op pad gaat. We hebben direct een klik, ik ken dat vrijheidsgevoel. In Arnhem scheiden onze wegen. Ze wenst mij nog een goede reis.

Helpdesk
Het station is druk en de trein van 7.46 uur naar Schiphol loopt vol. Na enige tijd zegt de conducteur via de omroep installatie, dat er een kleine vertraging is. De berichten volgen elkaar dan snel op. De machinist heeft een storing en moet de helpdesk bellen. Dat klinkt niet hoopvol! Weer stilte. Tegen 9.00 uur horen we dat, deze trein niet vertrekt en iedereen met de trein op het andere perron Utrecht moet. Deze trein loopt snel vol. Als sardines in een blikje reizen we naar Utrecht en stappen daar over op de trein naar Schiphol. De mensen praten over hun werk en de aanstaande vakantie. Ik ben er al aan begonnen, maar wel met de nodige vertraging.
09.15 uur kom ik op Schiphol aan in het ondergrondse station. Vanuit het station gaat een rollend tapijt naar boven naar de aankomsthal. Ik moet nog een verdieping hoger naar de vertrekhal. Gate 26 staat bij mijn vlucht van Transavia, 4 tot 7 minuten lopen. Ja, ik kan gaan fietsen, maar dat doe ik maar niet. Het is nog rustig bij de balie van het inchecken. De dames bekijken hoe ik rustig de fiets van de tassen ontdoe, de trappers er af haal en de tassen in een verzamelzak stop. Een plastichoes gaat over de fiets en zet de versnelling op het hoogste tandwiel, waardoor het schakel mechanisme van de derailleur zo dicht mogelijk onder de beschermbeugel zit. Het stuur wordt dwars gezet en ingepakt in plasticfolie en ik ben klaar. De kleine voortas gebruik ik als handbagage.

Op Schiphol klaar voor vertrek. De fietstassen zitten in de verzamelzak. De fiets moet nog in een hoes.

Nu kan ik naar de dames. De verzamel zak met tassen weegt 19,2 kg en dat is goed. De fiets krijgt een label en ik een instap pas. Ik moet de fiets wel bij het loket van bijzonder objecten worden ingeleverd. Om 10 uur ben ik door de controle. Nu 10 minuten lopen naar C3 waar het toestel van Transavia zal vertrekken. Ik heb nog anderhalf uur voor vertrek. Om 11.15 uur komt het vliegtuig en 15 minuten later begint het inpakken van de koffers. Ik zie mijn fiets plat op een wagentje met een aantal koffers er boven op. De fiets gaat als laatste achter in het vliegtuig. 11.50 uur kan ik instappen en 12.20 uur vliegen we. “welkom op de vlucht van Schiphol naar Napels. We vliegen op 9000 voet richting Frankfort, Venetië, langs de oostkust naar Napels. De vlucht zal 1:50 uur duren”, zegt de piloot. Prima, ik ontspan. Henkopweg is werkelijk op weg.

Huisvuil
14.30 uur komen we in Napels aan en het duurt een half uur voor de bagage en de fiets er is. Ik begin in de bagage hal , terwijl alle passagiers al weg zijn, mijn fiets weer op te bouwen. Met mijn hand pompje pomp ik e banden weer wat op, die tijdens de vlucht leeg moesten zijn, en begin voor de hal van het vliegveld, op een weg met palmbomen te fietsen. Het schakelen gaat niet goed en na 200 m moet ik dat eerst onderzoeken. De beschermbeugel van de derailleur is verbogen en houdt het schakel mechanisme tegen. Dat is snel verholpen. Nu op zoek naar een benzinepomp voor een halve liter benzine voor de gasbrander en een bandenpomp om de banden op de juiste spanning te krijgen. Mijn fietsbanden hebben een autoventiel, dus dat werkt prima. Geheel klaar begin aan de 30 km door de stad en voorsteden, op weg naar Pompeii.
De voorsteden, aan het einde van de middag zijn één grote file. Wat nog meer op valt is dat overal vuil op staat ligt. Hopen met huisvuil en zwerfafval. De kwaliteit van de wegen is overal slecht. In Pompeiï , waar veel toeristen komen, ziet het er weer schoon uit en zijn de wegen goed.

Opzetten van mijn tentje op camping Spartacus in Pompeï

Camping Spartacus ligt op een paar honderd meter van de ingang van het oude Pompeii, wat een museum is. Ik vind een plekje voor de tent en begin na het opzetten met het koken. 21.15 uur is het donker en ga naar de kantine om de voetbal wedstrijd Nederland tegen Mexico te bekijken. Met schafschoppen wordt de wedstrijd in de verlenging beslist. Het is na 24 uur en twee flessen Perino bier en een lange dag maken mijn ogen heel zwaar. Het was een lange dag, maar het begin is er.


Donderdag 10-juli 2014
Pompeiï – Solfatara Vulcano
39 km

Paleizen
Reeds vroeg ga ik naar de ingang van het museum Pompeii. Om 8.45 uur gaat de poort van het museum open. Camping Spartacus ligt op ca 200 m. van de ingang en er staan al groepen te wachten.
Toch kan ik direct voor 11 euro een kaartje kopen en doorlopen. Ik kom als eerste in de nog verlaten stad Pompeii die in het jaar 79 DC door de uitbraak van de vulkaan Vesuvius werd bedolven. De stad is teruggevonden, weer uitgegraven en laat goed zien hoe men in die tijd leefde. De stad heeft een duidelijk staten patroon met rechte straten en trottoirs. Kleine huizen maar paleizen, badhuis, tempels en een theater met een verbluffende akoestiek.

De straten van Pompeii


Een gids laat meisje vanaf een bepaalde plaats wat zeggen. Dan vraagt hij op de donkere steen te gaan staan en weer wat te zeggen. Als ze wat zegt begint ze te lachen, omdat ze haar stem nu versterkt kan horen, maar ook het publiek in het theater. Men wist toen al hoe men een theater moest bouwen zodat iedereen de artiest goed kon horen.
Op de hoeken van de straten bevinden zich de winkels om ronde gaten in een soort toonbank waar de dranken en gerechten werden bewaard. Het is nog zalig rustig om de stad te bekijken. Als ik naar de uitgang terug loop kom ik dromen toeristen tegen.

Vulkaan krater
Omdat ik vanmorgen al de camping heb betaald kan ik rond het middag uur naar Napels en Solfatara Vulcano fietsen. Vanaf Pompeii tot de stad Napels is het een route die ik al eerder ben gereden. Weer valt mij de slechte staat van de wegen op en het vuil wat op straat ligt. In het centrum van Napels is alles schoon en zijn de wegen goed onderhouden. Hier komen de toeristen. Ik bekijk paleizen en pleinen en geniet van het uitzicht op de baai van Napels. De stad ligt prachtig tegen de hoog opgaande bergen. In de buitenwijken zie je ook de duurdere huizen met uitzicht op de zee.
Solfatara Vulcano ligt ca 15 km noord van Napels. De plaats ligt tegen een vulkaankrater en ik moet een paar kilometer vijf tot 8% omhoog fietsen, maar krijg daarvoor wel prachtige uitzichten op de koop toe.

Stoom en zwaveldampen.

Op de fiets in de vulkaan krater

De camping is de meest vreemde camping die ik ooit meemaakte. De camping ligt op de bodem van de krater van circa 150 m hoog. De krater heeft een doorsnee van circa 400 m aan de rand is circa 200 m bos waarin de camping ligt. Buiten het bos is de bodem kaal en zelfs warm onder de voeten. In het kale deel ligt ook een nat gedeelte waar water op borrelt. Uit veiligheidsredenen is dit gedeelte met hekken afgezet. Op nog geen 200 m van de camping ligt tegen de kraterwand een aantal kleine kraters waar met geraas hete stoom en dampen van 160 graden uit komt. Het ruikt naar zwavel en rotte eieren. Ook is rond de krater gele zwavel te zien. Je merkt dat hier in de ondergrond nog een verbinding met de aarde actief is. Er staan banken en ik blijf een uur in verbazing op deze vreemde plek zitten. Op deze plek waar de oertijd van de aarde nog dicht bij is. Een actieve vulkaan.
Ik wandel terug naar de camping en drink een glas bier met Joost Veerman en Margriet Groenwold uit Wergea in Friesland. Vanmiddag bij het oprijden van de camping zag hun tentje en fietsen staan en Margriet zei: “dag Henk Nijland, leuk je hier weer te ontmoetten. ” Met verbazing kijk haar aan en vraag hoe ze mij kennen. Ze vertelt dat wij elkaar vorig jaar in de kerk der Friezen in Rome bij de pelgrimsmis hebben ontmoet. Ik maak excuus dat ik ze niet heb herkent.

Na een jaar een bijzonder weerzien met Joost en Margriet .

Joost en Margriet zijn een paar dagen eerder in Rome begonnen te fietsen en willen naar Istanboel. Gezellig praten over het fietsen maar de avond valt snel en morgen willen allemaal verder onze eigen weg gaan. We nemen afscheid en wensen elkaar voor morgen een goede tocht.
Vroeg ga ik mijn tentje. Ondanks de actieve vulkaan op 300 m afstand slaap ik prima. Wat een bijzondere camping.

Vrijdag 11-juli 2014
Solfatara Vulcano – Pineta
70 km

Mozzarella
Om 8.30 uur kan ik de camping betalen en daarna vertrekken. Het is vandaag een vrij vlakke rit naar een strandcamping in Pineta aan de kust. Toch zit ik het eerste uur flink in de ochtend spits en is het goed opletten. Ook de route is opletten. Thuis zoek ik de kortste route, op Google Maps. Dat is niet altijd de beste route. Eerst moet de wirwar van wegen in de bergen rond Napels achter mij laten. De GPS laat mij over een klein straatje gaan. De weg wordt slechter en stijl na 3 km ben ik weer op de zelfde doorgaande weg waarop ik zat. Na 15 km kom ik in Qualiano. Vanaf hier loopt en weg  ca 40 km naar het noorden. Het gebied is vlak als een polder. Het is een gebied met veel tuinbouw en fruitteelt.
Opmerkelijk feit zijn de vele zwarte mensen op de kruispunten zitten te wachten op werk. Eén keer zag ik dat een auto die stopte en een paar jonge mannen mee mochten. Meestal voor een dag of voor zolang er werk is. Op de akkers met watermeloen zijn ook overal zwarte mensen aan het werk.
Meer naar het noorden bij Cancella-Arnone kom je in een landbouwgebied waar  Buffels worden gehouden om van de melk Mozzorella kaas van de maken. Vele direct verkoop punten voor kaas, fruit en groenten waren er onderweg. Verder valt op dat het ook hier langs de wegen vuil is met zwerfafval. Veel fabrieksgebouwen staan leeg en er wordt niets meer aan gedaan. Ook huizen in aanbouw, waar alleen het dak klaar is en om wat voor reden nog niet is afgebouwd.
Bij Borgo Centore zie donkere dames langs de weg staan op zoek naar werk, dan wel klanten. Het zijn jonge vrouwen van begin 20 jaar. Voor mij als fietser hebben ze geen belangstelling.
Bij bar il Borga langs de weg neem ik een pauze en drink een biertje. Als ik echter mijn GPS goed bekijk zit ik maar 5 km van de camping. Dan had ik daar beter de pauze kunnen houden.
Door een duinachtig gebied met loslopende paarden, kom ik bij de camping die onder de Zeedennen en pal aan het strand ligt. De bodem heeft een tapijt van dennennaalden. Het waait hevig op de camping.

Tentje op de strandcamping in Pineta.

Er zijn bijna geen mensen, maar er staan wel veel caravans. Ik zet mijn tentje op en wandel een 100 m naar het strand. Het strand bestaat uit donker kleurig zandachtig materiaal. Verder is het strand vervuilt met afval en hout.
Om mijn etensvoorraad op peil te brengen besluit ik naar het dichtstbijzijnde dorp Min turno te fietsen. De weg loopt langs het kanaal waar veel vissers staan en heel veel boten liggen. Vooraan in Minturno vind ik een supermarkt en zo kan ik morgen met voldoende voorraad verder. Terug op de camping kook ik vanwege de vele dennennaalden, voorzichtig mijn avond eten en ga daarna nog eens de verlaten camping kijken en lig al weer vroeg in bed.

4e dag zaterdag 12-juli 2014
Pineta-Sabaudia 82 km

Prachtige route
Het eerste stuk van de camping naar het dorp heb ik gisteravond ook al gereden. In principe gaat de route de hele dag langs de kust. Niet dat het vlak is. Wel is het een groot gedeelte door gebieden met veel dorpen. Tot Scauri blijft het vlak, dan gaat de weg klimmen. Omdat de bergen tot aan de zee lopen moet de weg soms hoog langs de berg. Het fietsen en klimmen gaat goed en klimmetjes tot 5 % zijn ondanks temperaturen van 35 graden geen probleem. Zo gauw er plaatsnamen als Grotta-Tiberio komen weet je dat er bergen zijn. Van de weg lopen er trapjes naar beneden, waar strandjes en horeca gelegenheden zijn. Bij Gaeta zijn er prachtige vergezichten op de Golfo di Gaeta.

Prachtige uitzichten op de golf van

Terracina ligt aan de Lido di Fondi en is een moderne en rijke stad. Het is te zien aan de mensen, het onderhoud van de wegen en de parken. In een van die parken ga ik rustig wat eten. Ik kijk wel altijd of er niet handelaren lopen die je om haverklap van alles willen verkopen. In dit park zitten alle mensen in de schaduw van de palmbomen. Bij Terracina verlaat ik de R213 richting Sabaudia en ook dit is weer een goed verzorgde badplaats.

Campingvrienden
Via een kustweg in de duinen kom ik een kilometer of 3 buiten de stad bij de camping in de duinen. Ook hier veel vaste staanplaatsen en voor de tenten een plekje onder de zonneschermen. ’s Avonds loop ik nog eens over de camping en zie bij een caravan buiten een man naar de voetbalwedstrijd Nederland – Brazilië kijken. Ik maak duidelijk dat ik Nederlander ben en graag even wil kijken. Er is ineens gastvrijheid en ondanks dat de man en later de vrouw alleen maar Italiaans spreken, kan ik ze toch duidelijk maken dat ik op de fiets van Napels naar Pisa fiets. De belangstelling neemt toe en de vrouw Ida Maurizi haalt andere familieleden om de vreemde man te bekijken. Er komt wijn op tafel en voetballen kijken is ineens niet meer belangrijk. Er worden zelfs foto’s gemaakt en we nemen afscheid.

Camping vrienden

Zondag 13 juli 2014
Sabaudia -Rome
104 km

Onweer
Nog maar net buiten de camping en de lucht ziet er dreigend uit. De eerste druppels vallen en je denkt, dat valt wel mee. Het valt, de regen dan wel te verstaan en voor je het weet is de broek nat.
Na Lantina begint het ook nog te onweren en ik moet nog 12 km naar Citerna di Latina. Ondanks het onweer fiets ik door. Bij een bliksemflits tel ik de seconden en merk dat het onweer zeker 10 km weg zit. De regen is er niet minder om. Met de volledige regenkleding aan, fiets ik toch maar door. Na een uur is het weer droog, maar wel bewolkt en dat blijft de rest van de dag zo.

Dames
Het is vandaag een lange rit naar Rome. Gelukkig is het bijna allemaal vlak tot heuvelachtig. Alhoewel die heuvels vaak langzaam omhoog gaan. Na 90 km kom ik in de voorsteden van Rome bij Cecchignola, waar de industrieterreinen zijn.

Dames langs de weg in een voorstad van Rome.

Daar zitten nu Bulgaarse dames langs de weg . De dames hebben constant een telefoon in de hand en een Bulgaarse auto met een man komt regelmatig langs rijden. Een wat oudere vrouw zwaait vriendelijk en roept in een taal die ik niet versta. Ik trap wat harder! Toch wil ik wel een foto maken. Stoppen lijkt mij niet verstandig, maar als ik in de verte weer een dame zie zitten, maak ik tijdens het fietsen gauw een paar foto’s. Uiteindelijk zijn dit ook ervaringen onderweg.
Bij de catacomben kom ik in Rome en mijn GPS brengt mij naar het Colosseum, waar ik een paar foto’s laat maken. Je moet daarvoor de mensen wel vragen en controleren of ze de juiste knop hebben ingedrukt. Het zijn voor mij bekende plekken en ik fiets door naar het Sint Pietersplein waar ik rustig tegen een paal ga zitten en het eerste deel van mijn reis overdenk. Dankbaar voor een goede conditie zitten de eerste 330 km er op. Na Rome komt het zwaarste deel door de Toscane.

Rust op het Sint Pietersplein

Iets bij mij vandaan zie ik een fietser met bepakking op de fiets en een Nederlandse vlag. Ik groet hem en hij komt even praten. Hij is net op het plein aangekomen en is alleen van Nederland naar Rome gefietst. Het is Jos van Eijck en hij woont in Goch net over de grens bij Venlo. Jos is 67 jaar en heeft de tocht zonder problemen volbracht. Terwijl we staan te praten komt een jonge vrouw op de fiets aan. Het is Jasmein Baten uit ’s Hertogenbosch en ook zij komt alleen uit Nederland fietsen. We delen onze ervaringen, waarbij ik maar niet teveel zeg, over mijn vierde keer Rome. Op de vraag waar ze willen overnachten geven beiden aan naar een camping te willen, maar eerst willen ze ergens een pilsje drinken.

Drie pelgrims in Rome

Ik bied aan om voorop te fietsen naar een bar die ik ken en dan naar de camping Flaminio die wat moeilijk is te vinden. “Als jullie zelf willen gaan is het ook goed. Ik wil mij niet opdringen” ,zeg ik. Nee ze vinden het prima. Op 1 km van het Pietersplein op de Via Angelico, drinken we buiten op het terras, met de fietsen in het zicht, een fles bier en meer verhalen komen los. Pelgrim fietsers hebben direct gespreksstof over de route en de fiets. Wij vragen een van de gasten van de bar een foto van ons drieën te maken.

Jasmein
Is nog bijna 8 km fietsen naar de camping en ‘opa gans’ fietst met twee jongen achter zich aan naar de camping. Vlak bij de camping is een supermarkt en ik wil eerst boodschappen doen. Jos gaat naar de camping die achter de supermarkt ligt. Jasmein gaat mee boodschappen doen. Als wij ook op de camping komen treffen we Jos bij de ingang. Hij heeft toch besloten om een hotel te nemen. We nemen afscheid en Jasmein en ik zoeken een plek voor onze tentjes. Daarna zijn we druk. Jasmijn staat ca.15 m bij mij vandaan. ’s Avonds stelt ze voor om in het restaurant wat te drinken en naar de finale van het voetbal te kijken. Met een half oog kijken we naar het voetbal, maar de verhalen over de tocht boeien meer. Jasmijn 25 jaar heeft 5 jaar een relatie gehad maar vond niet daarin wat ze zocht en beëindigde de relatie. Nu haar studie is afgerond wilde ze een tocht naar Rome maken.

Jasmein Baaten

De reis tot Assisi verliep voorspoedig en zonder problemen. Bij Assisi kwam ze met het voorwiel in een scheur in de weg en viel, waarbij ze met het hoofd op de straat kwam. Ze moest naar een arts die een hersenschudding en een gekneusde arm constateerde. De arts vond dat ze moest stoppen naar daar wilde ze , met het zicht op Rome, niets van weten. Tegen het advies in stapte ze weer op de fiets en ging verder. Ze weet nu wat tegenslag is en hoe je die met wilskracht overwint. Zo ook haar verhaal over een keer dat ze verdwaalde en een jongen haar op de fiets wel naar de juiste richting wilde brengen. Ze kreeg er geen goed gevoel bij en had het idee dat ze totaal verkeerd ging. De jongen had andere ideeën en met schoppen en slaan heeft ze de jongen van zich af weten te houden. Wat een bijzondere vrouw. Ze heeft met haar tocht een levenservaring opgedaan die ze nooit zal vergeten.
’s morgens neem ik afscheid van Jasmein ze blijft nog een paar dagen in Rome en gaat dan met de trein naar Florence en dan met de bus naar Nederland.

Maandag 14 juli 2014
Rome-Botte
84 km

Lago di Vico
Ik heb voorgaande jaren al veel van Rome gezien en ik vind het niet nodig lager in de stad te blijven. Ik kan beter naar de Toscane fietsen. Het zijn over het algemeen zware etappes en dan kun je beter korte ritten maken. Ik groet Jasmein en vertrek van de camping. Tot Prima Porte ken ik de route. Het is een vierbaansweg en direct zit ik in de ochtendspits. Zoals gewoonlijk heb ik mijn gele trui aan en ben goed zichtbaar. In Prima Porta keer ik drie keer om, omdat ik meen niet de goede route te hebben en dat ondanks, dat de route op de GPS staat. Het blijkt een smalle weg te zijn waar ik in moet en die fietste ik steeds voorbij. Een keer op de juiste route gaat het direct om hoog. Je went er aan, maar toch is het ’s morgen wel zwaar. Ik ben een uur onderweg en nuttig eerst mijn ontbijt. Zo, nu is de ‘machine’ weer met brandstof gevuld en kan het energie leveren en dat is ook nodig. De weg slingert omhoog en omlaag naar Campagno di Roma, daar kom ik op de R2 de regionale weg van Rome naar Siena. Het is een zeer drukke weg en ik besluit naar het Lago di Vico te gaan, bij Sutri verlaat ik de R2 en neem een kleine weg naar Ranciglino. In de plaatselijke Coop supermarkt breng ik mijn etensvoorraad op peil en vraag een jongen naar een camping aan het meer. Hij moet diep nadenken. Van zijn uitleg maak ik niet veel. Wat duidelijk is, is de richting die ik op moet.
Op mijn kaart staat de weg met een groenrandje aangegeven. Dat wil zeggen landschappelijk een mooie route. In de Toscane wil dat zeggen; omhoog met mooie uitzichten. Dus trap ik weer kilometers omhoog naar de rand van dit kleine kratermeer. En zowaar, ik zie een bordje camping , het is al rond 15 uur dus dat kan. Kilometers fiets ik langs het meer, maar geen camping. Een hotel lijkt mij niet de camping. En geen sterveling om het te vragen. Ik fiets verder en verder langs het meer. Dan slaat de twijfel toe, stille bos weggetjes langs het meer, maar geen huizen en laat staan een camping. Bijna drie kwart ben ik het meer rond gefietst en kom steeds meer in de buurt van de plaats waar ik boodschappen heb gedaan. Ik bekijk de kaart nog eens en overweeg de mogelijkheden: blijven zoeken langs het meer of terug naar de R2, daar is wel iets te vinden om te overnachten. Ik heb eten en drinken en ik zie wel. Eerst moet ik vanaf het meer omhoog over de kraterwand en dan een 10 km verder de R2. Ook op deze weg vind ik  niets weer ik van zeg, daar wil ik overnachten.

Bed en Breakfast
Na 80 km zie een bordje bed en breakfast. Ik fiets de grind weg in en weet niet waar ik uit kom. Na 300 meter is er een huis. De honden lopen buiten en begeleiden mij van de grindweg naar beneden. Het is een langwerpig huis, met beneden een kamer, garage en boven de woning die aan de grindweg ligt. In de kamer staat een vrouw van eind vijftig jaar te strijken.

Bed en Breakfast

Ik vraag om bed en breakfast. Ze loopt mee. Naast de kamer waar ze staat te strijken is een kleine woonkamer, keuken, slaapkamer, wc en douche. Ze vraagt wat in het Italiaans en blijkbaar heb ik overal ja op gezegd, want later blijkt dat ik voor 78 euro alles compleet heb. Ik ben zo blij met dit mooie, schone rustige onderkomen, waar het bed mij reeds vol verlangen aan kijkt. Het is moeilijk voor te stellen, maar na een dag bergen fietsen ziet elk bed er aantrekkelijk uit.

Slaapkamer B&B
De Italiaanse B&B vrouw is een schatje. Haar verzorgende taak begint direct na mijn jawoord voor een nacht. Ik moet in de kleine huiskamer met een schilderij van het laatste avondmaal gaan zitten en ze maakt in het keukentje een kop koffie. Daarna ga ik mijn fietstassen halen en spoel onder de douche het zweet van die dag weg. Of ze wat geroken heeft weet ik niet, maar na het douchen vraagt de met een soort boem gebaar op de kleding of ze moet wassen. Ik kom net onder de douche vandaan, dus mij kan ze niet bedoelen. Ja, ik snap het. Of ik nog kleding wil wassen. Na een week hitte en zweet kan bijna alles in de was. Ik zoek alle witte was bij elkaar en vind het wat gênant om mijn vuile onderbroeken en hemden aan een vreemde vrouw te geven. Maar ze doet het met zoveel vreugde, dat ik mij daar maar overheen zet.

Als ik met handgebaren vraag of ik de keuken voor het eten koken mag gebruiken vertelt ze dat de prijs voor de overnachting compleet is. Het warme eten en een fles vino inbegrepen. O, over de prijs voor B&B had ik mij al niet druk gemaakt, maar er is ook het avondeten bij. Dus helemaal top! Tegen 19 uur komt haar man thuis. Hij is begin zestig en heeft een versleten knie en loopt moeizaam. Ook hij komt samen met zijn vrouw de gast verwelkomen. Ook hij praat alleen Italiaans, maar toch begrijpen we elkaar met losse woorden. Zij komt van oorsprong van Sicilië en hij werkt bij een bank. Ik maak duidelijk dat ik, op de bici van Napels naar Pisa fiets en kan ook duidelijk maken dat het mijn vierde Rome reis is. Mijn bijna versleten fotoboek is een prachtig hulpmiddel, Zoals ik altijd, “één foto zegt meer als 1000 woorden” en zo ook nu. Ze hebben een redelijk beeld van mij. De vrouw dekt tegen 20 uur de tafel en als eerste krijg ik een paste met paddenstoelen en een salade. De fles wijn komt uit haar geboortestreek Sicilië. Daar weet ik ook wel raad mee. Daarna komt er nog een soort rib karbonade.
Ik heb genoeg gegeten en bedank haar. Ik maak mijn aantekeningen voor die dag en kom tegemoet aan de uitnodiging van het bed met de frisse lakens.
Hoe ze het weet, weet ik niet, maar ’s morgen is ze op het juiste moment met het ontbijt aanwezig. Koffie, broodjes en ze maakt een dik pak brood met gebakken ei voor onderweg.
Maurizio en Efesia doen mij uitgeleide. Ik maak nog snel een paar foto’s van deze vriendelijke mensen. Tevreden stap ik op mijn fiets.

Dinsdag 15 juli 2014
Botte-Proceno
86,7 km

Ezel
Na mijn vertrek van het bed en breakfast adres kom ik weer op de R2 richting Siena. Het is mij al snel te druk en na 4 km bij Cura besluit in de binnenweg via Tobia naar Viterbo te nemen. Dit bevalt mij beter . Vlak voor Viterbo zie ik een garage. Het is goed gebruik dat men met de deuren open werkt. Een monteur werkt aan een auto en een man staat er bij. Dan bedenk ik dat de olie voor de fietsketting ook op is. Ik zet mijn fiets voor de zaak en direct kijken de mannen. Rustig haal ik het heel kleine plastic flesje voor de dag en vraag om olie. De monteur kan er wel om lachen en tapt mijn 15 cc flesje vol. Het kost alleen een lach en ik ben weer geholpen. Het doet mij denken aan een paar kilometer eerder waar ik heb staan kijken naar een ezel, die overigens op de zelfde domme wijze naar mij stond te kijken. Men overdenkingen waren; wie is er nu dom. Ik als fietser de zich km na km in het warme, weer aan het afbeulen is of de ezel die onder een boom in de schaduw staat. Nu met mijn flesje olie vind ik mij nog niet zo dom. Ik fiets gesmeerd door de Tocane

Auto open
Viterbo is een oude universiteitsstad. Door de zuidelijke poort fiets ik de ommuurde stad in. Smalle straatje en prachtige pleinen met statige gebouwen. Ik maak foto’s en zwerf wat op de fiets door de stad. Ik ben weer door mijn contant geld van 150 euro en een automaat biedt uitkomst. Dat is toch wel handig tegenwoordig. Zelfs in elke supermarkt kun je de kleinste bedragen nog pinnen.
Zo’n 3 km buiten de stad moet ik links de p7 op, richting Marta aan het meer van Bolsena, een plek waar ik al eerder ben geweest. Na 29 km bereik ik het meer. Onderweg kruis ik de route Francigina naar Rome. Francigena

Deze wandelroute van Centebarie naar Rome staat goed met borden aangegeven en is de pelgrimsroute.
In Marta staat een harde wind over het meer. Ik maak middagpauze en een Duitse familie zet de auto neer. Vader laat de deur open en betaald bij de parkeer automaat. De rest van de familie loopt ook langs het meer en de deur van de auto met alles er in blijft gewoon open. Ik voel mij verplicht om op de auto te passen. Als ze na een kwartier terug komen vertel ik ze dat ik op de auto heb gepast, omdat de deur open stond en iedereen gewoon weg liep. De man schrikt duidelijk en bedankt mij. Later zie ik ze nogmaals aan het meer, maar nu zijn de deuren wel dicht.
21 km Fiets ik langs het meer en ga dan naar Grotte di Castro. De plaats ligt hoog op een berg. Het gebied staat bekend om de grotten van de Etrusken die vanaf de 9 eeuw voor Chr. hier leefden. De stad ligt prachtig op een uitstekend deel van de berg met zicht op het meer van Bolsena. Ik zwoeg 4,5 km naar boven en word rijkelijk beloond met prachtige straten en kerken. Het is de inspanning meer dan waard.

Weerzien
De weg naar Acquapendente is redelijk vlak maar ik weet, dat de weg naar Proceno waar ik 2009-2010 en 2013 ook op de boerencamping was, nog een klim van 8 km heeft. Ik maak mij er niet druk om.
De temperatuur op de km teller staat op 32 graden en de stijging naar Proceno is maximaal 10 %. Dat is dus lopen.
De aankomst bij de boer in Proceno is hartelijk. Zijn vrouw en dochter komen even gedag zeggen en ik word als een goede bekende ontvangen. Ik heb de camping voor mij zelf, want ik ben de enige gast. Ik zoek een plek voor mijn tent en meen de tafel en banken in gebruik. Ik probeer de hangmat die spontaan door midden scheurt.
De temperatuur is ’s avond nog zo lekker, dat ik besluit niet in de tent maar op de ligstoel te slapen. Mijn luchtbed leg ik op de stoel en mijn slaapzak over mij en ik geniet optima forma van de natuur.

De slaapplek


21.15 uur wordt het donker. Op eens houden de vogels op met fluiten en de Sicaden stoppen het sjilp concert van die dag. Ik hoor niets. Waar vind je dat nog; “stilte’. Nu beginnen de Glimwormen in het donker te vliegen. Een halve meter boven de grond vliegen ze als, knipperende letlampjes rond mijn slaapplaats. In Nederland heb ik ook wel eens glimwormpjes gezien, maar hier dansen ze in de Toscane hun avond disco.

woensdag 16 juli 2014
Proceno
11 km.

Rustdag
Na de nachtrust in de open lucht begin ik eens mijn hele bezit te organiseren. In de voorgaande fietsdagen is nog wel eens iets in een andere fietstas terecht gekomen.

Mijn hele bezit.

De zaak eens wassen voor zover mogelijk is ook geen overbodige luxe. Mijn hele bezit leg ik op tafel. Omdat ik alleen op de agri-camping ben kan ik de hele tafel en beide banken gebruiken. De tafel bestaat uit 2 boomstammen als poot en daar een blad van 6 cm dikke planken op. De banken zijn op de zelfde wijze gemaakt. Simpel, maar oerdegelijk. De tafel staat vast op een strategische plek in de schaduw van een paar eiken. Verder staan er olijfbomen, appelbomen, acacia’s, 10 m hoge Cipressen en prachtig bloeiende Hortensia’s. De tafel wordt mede gebruikt door horden mieren, die de laatste broodkruimels meenemen. Een enkele oorworm zit in een barst in het tafelblad weggedoken.
Ik was de hemden, onderbroek, fietsbroek en sokken en hang ze aan de waslijn. Ik verbaas mij er over dat je eigenlijk maar weinig nodig hebt. Een aantal dingen heb ik helemaal niet gebruikt en dat wil zeggen dat ze mogelijk ook thuis hadden kunnen blijven.
Zo begin ik een stralende rustdag. Tegen 11 uur neem ik de fiets en ga wat boodschappen in Proceno doen. Hemelsbreed ongeveer 1,5 km, maar over de weg 5 km, eerst 250 m naar beneden en dan weer 250 m omhoog. Proceno is een ommuurde stad en ligt boven op een berg. De smalle straten hebben sfeer. Uit voorgaande jaren weet ik de winkel tevens voor veel bewoners een ontmoetingsplaats is. De winkel is klein en smal en tot de nok gevuld. Het is een winkel waar de eigenaar iedereen kent. Een donkere vrouw komt sigaretten halen en de eigenaar pakt een boekje en schrijft het op. Blijkbaar betaald men eens per week. Ik zoek mijn boodschappen en lever ze bij de toonbank in. Ik wijs nog een stuk worst aan en haal aan de andere kant van de weg, in een openstaande garage groenten en lever alles bij de toonbank in. Dat de garage bij de winkel hoort moet je weten. Ook het feit dat er achter het vliegengordijn een winkel is, is al een wetenschap. Meestal als ik een winkel zoek kijk ik naar mensen met een plastic tas. Dat geeft de richting aan waar ze boodschappen hebben gedaan. Ik gun mij zelf een fles Italiaans bier en aan de rand van de stad met uitzicht op over het dal richting Aquapendente geniet ik van het uitzicht. De temperatuur loopt al weer richting 30 graden.

Zorro
Ik probeer wat op facebook te zetten, maar de internet verbinding is heel traag. Dan maar geen bericht ondanks het feit dat ik op de heenweg prachtige zonnebloemen heb gefotografeerd.
Na een uurtje fiets ik door alle drie de straten van de stad en vertrek weer richting agri-camping.
De rest van de dag ben ik aan schrijven en het bekijken van het huis en de landerijen. Dariano Pussini is hier altijd boer geweest. Zijn moeder is op de boerderij geboren en woont ook nog op de boerderij. Ze hebben 2 dochters. Irene is afgestudeerd en werkt al apotheker. Silvia is 2e jaar studente en studeert diergeneeskunde. Ze is thuis om te studeren, want deze week heeft ze een tentamen. De boerderij is 50 ha groot waarvan 25 ha bos. Dariano heeft kippen, een varken wat Zorro heet en een tiental schapen. De schapen staan ’s middags in een hok om de volle zon te mijden. De groentetuin, fruitbomen en wijngaard geven genoeg eten en drinken voor de eigen behoefte. Dariano is 65 jaar en doet het nu wat rustiger aan. Aan het einde van de middag vraag ik hem om een fles wijn. Ik moet met hem mee naar de grot waar de wijn voorraad staat. Ik ken het ritueel uit voorgaande jaren. Bij de ingang staan plasticbekertje en gewapend met ieder een plasticbekertje lopen we de grot in. De temperatuur is er rond de 10 graden. Bij een rechtopstaand vat van 1000 liter tappen we aan een kraantje , in het half donker, het plasticbekertje vol, brengen een proost uit en laten het ons smaken.

Wijntje tappen.

Of het de sfeer is of de kwaliteit van de wijn weet ik niet, maar het smaakt naar meer. Toch houden wij ons bij het ene plasticbekertje wijn. We nemen een fles mee en daarna maak ik buiten kennis met Zorro het varken en een paar geiten. Zorro mag nog tot februari van zijn vrijheid geniet. Daarna gaan we de moestuin in. Dariano, wijst mij de groenten aan en ik moet het maar zeggen. Sla, tomaten, sjalotten, courgettes of rabarber. Hij snijdt wat tomaten, sjalotten, waarvan we er eerst een rouw opeten. Met een paar courgettes zijn mijn groeten en wijntje voor het avondeten is weer geregeld. Als ik aan het koken ben komt Dariano met een hand vol nectarines die hij net van de boom heeft geplukt. Leven van en in de natuur. De dag vliegt voorbij en echte rustdag.
Omdat ik morgen naar de termen van Saturni wil fietsen en geen goede route heb vraag ik Dariano. Op de computer zoekt hij de route en maakt een print. Het is ca 40 km van Proceno, dus een mooie dagtocht om morgen te maken.

10e dag vrijdag 18 juli 2014
Proceno
10 km.

rustdag
De nachten in de open lucht zijn heerlijk. Alhoewel mijn benen nog al te lijden hebben van muggen. Meestal merk ik dat pas ’s morgen. Vandaag heb weer een rustdag en blijf op de boerderij. Ik moet aan de fiets nog een kleine reparatie doen. Een van de spaken zit te los. Je hoort tijdens het fietsen een kleine ping. Ik ken het geluid en dat vraagt actie. Ik heb echter geen goede tang en ga op zoek in de werkplaats van de boer. Hier ligt zoveel gereedschap, dat ik alles wel los kan krijgen. Ik breng de spaak weer op de juiste spanning en smeer de ketting. Morgen begin ik aan het laatste deel van mijn reis naar Pisa. Tot hier heeft de fiets het prima gedaan. Net als voorgaande dagen fiets ik weer naar Proceno en geniet weer van dit leuke stadje, dat ook een heerlijk rust uitstraalt.

Als ik weer op de agri-camping kom is de middag temperatuur al boven de 30 graden. Dan zie ik oma op een stoel in het kippenhok zitten. Wat een leuk gezicht de kippen scharrelen om haar heen. Oma praat alleen Italiaans en toch besluit ik om bij haar in het kippenhok te gaan zitten. Oma maakt mij duidelijk dat het erg warm is en ze hier een koel plekje heeft. Enige tijd zitten we samen naar de kippen te kijken, maar om hiermee nu de dag vol te maken is ook geen spannende bezigheid. Ik ga terug naar mijn tentje en tafel.

MA17
Terwijl ik geniet van de rust en stilte in paradijs in de Toscane gaat de telefoon. Collega Sjef van Groningen vertelt dat vier Duivenaren zijn omgekomen bij een vliegramp in de Oekraine. Blijkbaar is het vliegtuig uit de lucht geschoten en de wrakstukken liggen over 15 km verspreid. Een man en vrouw en twee kinderen uit Duiven zijn bij de slachtoffers. Ik ben stil. Ik had hier niets van meegekregen. De man is Rob van de Kraats en ik kende hem goed. Met hem heb ik heel vaak onderhandeld over de bouw van een sauna/ wellness en gezondheidscentrum op ons industrieterrein. De gemeente heeft een condoleanceregister open gesteld en er is contact met de familie. Wat een schok. Onschuldige mensen worden op weg naar een vakantie van het leven berooft. In stilte moet ik aan ze denken.
In steekwoorden vertel ik de boer van het telefoontje en over 4 mensen uit onze gemeente. De boer begrijpt het en zo delen we de ontsteltenis. De rest van de dag spookt het telefoontje door mijn hoofd. ’s Avonds hoor ik van mijn vrouw meer details.

zaterdag 19 juli 2014
Proceno – Rocastrada
95 km

Driewieler
Omdat ik al twee nachten buiten had geslapen en dat vannacht ook heb gedaan, kom ik gisteravond het tentje al opruimen. Ik zo klaar en kan om 7.00 uur de poort uit fietsen. Nog maar net buiten de poort kijk ik nog eens om. Wat een heerlijke dagen had ik hier. Direct valt mijn oog op het prachtige uitzicht. Ze zon komt net over de bergen en in de dalen hangen witte wolken. Wat een mooi gezicht. De eerste grote plaats is Castell’Azzara de weg begint al aardig te klimmen, maar het uitzicht op de dalen met de betoverende witte wolken hebben meer mijn aandacht. De temperatuur is nog rond de 20 graden. Heel in de verte zie ik na 3 kwartier fietsen een dorp hoog ten de berg aan gedrukt. Het dorp glimt als een parel op en vrouwenborst en ik denk wat ligt dat dorp daar mooi. Ik besef nog niet dat dit dorp een stad is en ik ook daar nog heen moet. Castell’Azzara ligt op 850 m hoogte en ik moet nog 350 m omhoog. Als het 7 tot 8 % begint te klimmen moet ik lopen. Het is zwaar en ik moedig mij zelf aan. Ik heb toch zelf deze route uitgezocht zonder te kijken hoe hoog ik moest. Ik loop naar boven en sta regelmatig stil om te drinken. De parel kun je niet zomaar bereiken. De zweetparels op mijn armen glinsteren ook in de morgen zon. Al het vocht wat ik gisteren heb opgenomen komt er versneld uit. Ik hijg mijn keel droog en haarspeldbochten brengen mij hoger en hoger. Ik besef dat je er wat voor over moet hebben om deze parel te bereiken. Een driewieler wagentje komt geruisloos van boven gereden. Even denk ik aan een elektrische auto, maar dan dringt het tot mij door dat ze de motor niet aan hebben als ze de berg af gaan. Een driewieler bergop passeert mij met veel gepuf moeiteloos en dan ineens sta ik met veel gepuf in de hoofdstraat.

Het is er al gezellig druk om 8.45 uur. Mensen met plastictassen geven aan dat er een supermarkt is en de Coop winkel heb ik zo gevonden. Ik koop ananasdrank en melk . Ik wil drinken! Verder kaas en brood. Gisteravond heb ik van vier eieren een soort pannenkoek gemaakt, gevuld met paprika, champignons en olijven. Dadelijk wil ik op een rustige plek ontbijten. Ik heb nu voldoende brood voor het weekeinde. Met 2 tot 3 kg meer aan eten worden de volgende bergen nog moeilijker en mijn gemiddelde snelheid zakt beneden de 10 km per uur.
In een park aan de rand van de stad nuttig ik mijn ontbijt. De tocht door de bergen gaat verder. De volgende parel in de ketting van mooie plaatsen is Santa Fiora en daarna Castel del Piano, waar ik tegen 12 uur kom. In een schaduwrijk park rust ik uit. Rusten is leuk maar het schiet niet op. Ik wil mijn doel Roccastrada bereiken. Waarom, weet ik niet.

Taart
Even zit ik op de verkeerde route en keer om. Gelukkig maar een kilometer. Weer kom ik in Castel del Piano. Mijn waterfles is leeg en ik moet eerst water hebben. Bij een gebouw zit een non met een aantal bejaarden. Ik laat mijn drinkfles zien en vraag water. Het duurt even maar komt met een fles koud water en weer waardeer ik water. Ik lust graag een wijntje, maar bij dorst is niets lekkerder dan water. Normaal zeg ik altijd: “water is voor de vissen.” Maar nu vind ik het heerlijk. Ik suis de berg weer af en besef dat dit niet door kan gaan. 22 km verder bereik ik Paganico.
Een ommuurde stad er staat ca 70 km op de teller en ik vind het genoeg. Ik zoek geen camping, maar een bed en braekfast. Er staan wel borden in de stad maar ik kan de B&B niet vinden. Geërgerd besluit ik toch naar Roccostrada te fietsen. Onderweg zie ik nogmaals een B&B maar ook hier is niemand thuis. De beschrijving van de route naar Roccastrada is gelijk aan vanmorgen, naar Castell’Azzara. Om 17.30 uur ben ik in de stad en zie een winkeltje om wat drinken te kopen. Het is een banketbakker en ik zie de lekkerste taarten die voor een klant naar buiten worden gebracht. Ik wil geen taart. Ik wil na 95 km bergen een lekker bed. Ik vraag de vrouw van de bakker: camping; nee, b&b; nee, hotel; nee”. Ja…., hotel 6 km buiten de stad daar moet iets zijn. Op het plein in de stad waar op zaterdagavond de jongens van 16, 17 jaar de meisjes op zoeken, zit ik uit te rusten. Als ik het goed bekijken zoeken de meisjes de jongens. Tijdens dit spel gebruiken ze de telefoon om met elkaar of anderen te bellen. Achteloos gaan de jongens op een bank zitten de een rijdt stoer op een fiets en vertoond zijn kunsten om indruk te maken.

luxe
Ik grijp mijn laatste beetje moed en stap op de fiets. Het wordt nu toch tijd om een slaapplek te vinden. En, zowaar 6 km buiten Raccastrada zie ik een bord Ressort, op het bord prijken ook een flink aantal sterren. Ik fiets de oprijlaan op. Vies, vuil en bezweet zet ik de fiets tegen de muur van het ressort. De luxe van het zwembad en gasten op een ligstoel kijken verbaasd naar de sjofele zwerver. De receptie is een luxe kantoor en uit voorzorg ga ik aan het bureau, op redelijke afstand van de dame van de receptie zitten.
Ik vraag in perfect Engels om een kamer en geef mijn paspoort. Yes, er is een kamer vrij. 98 euro. Prima! De dame vraagt of ik voor het diner wil reserveren. Ik wacht daar nog even mee. Eerst moet ik wat vuil en zweet kwijt.

Resort

De kamer en badkamer zijn luxe, met airco, een luxe badkamer en terras naar de tuin. Voor die prijs moet je eigenlijk direct je dure bed in duiken, maar na een douche en schone kleren en een heerlijke zeeplucht durf ik mij wel op het terras te begeven. De gasten zijn inmiddels bij het zwembad vertrokken. Ik geniet op het terras met uitzicht op het zwembad van de avondzon. Tegen 20 uur loop ik naar het restaurant met de zelfde chique ressort uitstraling. Ik krijg een één persoonstafel. Er zitten Duitsers, verder Denen, en Nederlanders. De dame van de bediening brengt mij de uitgebreide kaart. Ik zeg dat ik alleen een pasta en een glas wijn wil. De dame van de receptie zie ik ook nog in het restaurant en ze heeft nu een andere functie.
De gasten kijken soms naar de wat vreemde, eenzame man. Ze hebben vast de fiets wel zien staan. Dus weten ze dat ik de eenzame fietser ben.
De pasta op een groot bord is verrukkelijk. De wijn geeft het geheel een bijzonder gevoel en ineens zijn de inspanningen van deze dag vergeten. Meer hoef ik niet. Ik zit aansluitend nog even op het terras en duik dan het frisse bed in.

Mieren
Mijn tassen staan naast het bed en uit de tas met eten haal ik nog wat fruit als nagerecht. De tas laat ik open. De volgende morgen zie ik een colonne aan mieren, uit mijn tas de kamer in trekken. Ik beseft dat de mieren voorgaande nacht in Proceno in de tas gekropen zijn. In dit luxe ressort is men geen mieren op de kamer gewend. Ik begin een moorddadige aanslag op de mieren. 10 minuten later is er geen levende mier meer. In de ontbijtzaal zie ik de dame die mijn kamer komt schoonmaken. Ik vertel haar met gebarentaal over de dode mieren en wijs haar op de lijken. Ze begrijpt mij. Lijkt mij wel zo netjes. Het ontbijt is overdadig en ik maak een paar broodjes voor onderweg. Als ik na het ontbijt, wat ik om 08.00 uur alleen in de eetzaal nuttigde en de fiets weer optuig is de Deense dame, van mijn leeftijd, op weg naar de eetzaal.  Ze vraagt waar de tocht heen gaat. In het Engels vertel ik dat ik van Napels naar Pisa fiets. Ze draagt nu al in de morgen een zonnebril, maar ik merk dat haar ogen groter worden. Ze herhaalt: “Napels-Rome-Pisa?”. Ik bevestig en laat haar in verbazing achter. Een nacht luxe is leuk, maar nu komt de werkelijkheid van de bergen en dalen weer. Mijn doel was om via Volterra naar Pisa te fietsen, maar opeens besluit ik naar Siena te fietsen. Het is circa 60 km en daar ken ik een camping. Maandag kan ik dan door naar Pisa.

zondag 20 juli 2014 Rocastrada- Siena
62 km

Andere route
Vanmorgen na het ontbijt sta ik nog even op het terras naar het zwembad te kijken. Er is één groot bad en twee kleine baden. Dan zie ik ineens dat in een van de kleine baden een fiets staat. Kun je daar met allen je hoofd boven water in het zwembad fietsen. Zal ik nog een rondje op die fiets maken? Ik besluit toch maar mijn eigen fiets te pakken. Ik fiets de oprijlaan van het resort af en kom weer op de weg naar Volterra. Het blijft een prachtige route en het schiet al lekker op. Het is zondag en dat is te merken aan de vele motoren, die ook de bochtige weg op prijs stellen. Ook het aantal wielrenners is beduidend hoger dan de andere dagen. Op enig moment zie ik steeds nadrukkelijker Siena op de borden staan, Volterra ligt een stuk verder. Na 40 km bij Poder Causa moet ik de keuze maken of naar Colle di Val d’Elsa, of Volterra, dan wel Siena. Ik besluit toch maar naar Siena te gaan. Ik ken daar een camping en ik kan er al vroeg in de middag zijn. En zo pas ik ineens mijn route aan. Ik koop onderweg naar Siena nog wat boodschappen en fiets zonder problemen naar de camping in Seina. Net als vorig jaar staat er weer een groep fietsers van Cyceltours. Ze maken met de fiets dagtochten en overnachten op de camping in tentjes. Ik heb nog een kort gesprek met een van de deelnemers en ’s avonds lig ik weer op tijd in bed. Morgen een lange tocht naar Pisa.

maandag 21 juli 2014
Siena- Pisa
115 km

Onweer
Om 07.00 uur vertrek ik van de camping. Het is bewolkt weer. Een goede kaart van de route heb ik niet. Op de GPS heb ik de route met enkele punten aangegeven. Bij belangrijke kruisingen stop ik om de borden goed te bekijken. Niet te snel denken die weg zal het wel zijn, kijken of er straatnummer staat. Ik volg de SR 2 tot Poggibosi en daar ga ik verder op SR 429 door het dal van de rivier de Elsa. Bij Certaldo barst een heftig onweer los en ik doe de regenkleding aan. Het is niet verantwoord om verder te fietsen. Ik sta bij een fabriek die tuinhuisjes maakt en langs de weg staat een showmodel met ruime veranda met picknick tafel, waaronder ik kan schuilen. Ik tel de seconden na dat ik een bliksemflits zie. Het onweer zit op circa 10 km maar het regent wel en het zicht op de weg is ook niet optimaal. Ik besluit te wachten tot de regen minder wordt. Na 45 minuten is het probleem voorbij. Het blijft bewolkt maar het is de rest van de dag droog.
In Ostia Bianca staat een bord van weg ss67 naar Pisa. Zowaar herken ik nog weer delen van de route die ik ook in 2010 fietste. Tegen 15.00 uur kom ik Pisa, fiets door de stad en langs de Dom en scheve toren. De gebruikelijk foto’s worden gemaakt en ik vraag ook een paar mensen om een foto van mij te maken. Daarna ga ik op zoek naar de camping. Alhoewel de camping vlak bij de stad ligt kan ik het niet vinden. Het blijkt dat op de rotonde een verwijsbord staat en door de drukte heb ik het gemist. Ik ga terug en kom ik bij de camping. Ik kan nog kiezen uit meerdere vrije plaatsen en installeer mijn tentje.

dinsdag 22 juli 2014
Pisa – Lucca vv
51 km

Tunnel
Nog twee dagen heb ik om de omgeving van te verkennen. Gisteren heb ik de route naar Lucca in de GPS gezet. Op zich is het een vrij rechte weg naar Lucca, maar in de stad ben je zo de route kwijt. Direct na de vertrek kom ik in Pisa op een weg waar het water van de laatste regenbui de hele straat heeft blank gezet, desondanks rijdt iedereen er gewoon doorheen. Een 50 m verder staat men te wachten voor de spoorweg overgang. Die blijven niet één of twee minuten dicht maar zeker vijf of meer. Blijkbaar is dat gewoon want men blijft er vrij rustig onder. Ondanks de route in de GPS rij ik bij een kruising toch verkeerd, maar door de GPS weet je het vrij snel. De SS12 naar San Giuliano Terme is vermoedelijk de oude weg naar Lucca. Net iets te smal voor het verkeer en met zeer oude platanen dicht langs de kant van de weg. De platanen zijn vermoedelijk aan het einde van hun leven want overal zie ik dode bomen staan. De weg loopt recht op de bergen af en ik vraag mij af hoe en waar ik door of over de bergen kom. Bij San Giuliano Terme gaat de SS12 links en rechtdoor naar de bergen is de SS12 radd. Aan de voet van de bergen beginnen de haarspeldbochten en het uitzicht op Pisa wordt steeds mooier.

zicht op Pisa

Zonder bepakking op de fiets rij ik zonder problemen naar boven, even stop ik voor het maken van een paar mooi foto’s van Pisa op circa 6 km afstand. Dan na 125 m klimmen kom ik bij een tunnel van 950 m lengte, slecht verlicht, tweebaansweg met een klein trottoir van 50 cm. Mijn gele trui, verlichting achterop de fiets en het knipperlicht achter op de helm gaan aan. Er heerst een oorverdovend lawaai in de tunnel door de afzuiginstallatie half weg, maar ook de naderende en passerende auto’s maken veel lawaai. Gelukkig ben ik niet bang anders zou je in paniek kunnen raken.

Een 950 m lange tunnel.

 Een 950 m lange tunnel.
Ik kijk goed in mijn spiegeltje of er auto’s achter mij aan komen. Als ik ze zie draai ik het hoofd zodat het knipperlicht goed zichtbaar is. Ik merk dat ze mij goed zien. Vijf minuten later ben ik door de tunnel en kom in S.Maria Del Giudice.

Prachtige stad,
In een heerlijk weertje fiets ik 6 km door een leuk dal naar Lucca. En dan blijkt hoe prettig de fiets is. De oude ommuurde stad is omgeven door voorsteden. Daar begint een echt fietspad wat recht naar de stad gaat. Na een tunnel onder een rondweg kom ik in een park bij een van de poorten in de stadswal, die alleen geschikt is voor wandelaars en fietsers. Eerst ga ik op de muur kijken die zeker 50 m breed is en waar een weg op loopt. Fietsers, wandelaars, joggers en toeristen en mensen op de vele bankjes genieten de dag. Heel rustig fiets ik over de ca 4 km lange muur rond de stad. Bij het beginpunt fiets ik naar de Dom van Lucca. De stad is vol toeristen en toch is er een ontspannen sfeer. Bij de Dom zit een cellist prachtige klassieke muziek te spelen.

Op de stadsmuur van Lucca ligt een brede weg, Een buurman straatartiest staat in het wit gekleed in een soort Romeinse strijdwagen. Ik neem alle tijd om naar de muziek te luisteren en ga op de foto met de man in de strijdwagen. Heerlijk rustig fiets ik door alle straatjes en steegjes van de stad en dan wordt het tijd om de weg terug te nemen. In een goed uur fiets ik terug naar Pisa.

Mijn herinneringen aan Lucca zijn prima; een
mooie ommuurde stad met prachtige gebouwen.

Op de stadsmuur van Lucca ligt een brede weg,

woensdag 23 juli 2014
Pisa – Marina di Pisa vv
40 km

Als je aan de kust in Napels aan een tocht van ca 1000 km begint, moet je ook in Pisa de kust hebben gezien. Ik heb vandaag alle tijd om eens naar Marina di Pisa te fietsen. Het is de badplaats aan de Middellandse zee en ligt op ca 15 km van de stad Pisa. Voor ik daar heen ga, wil ik eerst de route naar het vliegveld verkennen. Morgen moet ik daar heen en vandaag heb ik voldoende tijd om het te kijken.
Zoals gewoonlijk zet ik de route in de GPS, een hulpmiddel wat ik steeds meer waardeer. Ik heb wel een kaart bij mij, maar de GPS is handiger omdat je precies weet waar je links of rechts moet. Ook nu weer is het handig want ik fiets zonder problemen naar het vliegveld. Nog maar net weg begint het te regenen. Zoals gewoonlijk is de broek al nat voor ik een regenjas en broek aan trek. Het is een korte bui en al snel schijnt de zon. De weg gaat naar het zuiden van de stad. Ik passeer de brug over de Arno en dan merk ik dat er nog een groot deel van de stad aan de ander kant van de rivier ligt. Ook het Centraal Station is daar en overal zie ik weer toeristen met koffers zeulen. Het vliegveld staat op de verkeersborden goed aangegeven en ligt pal tegen de stad aan. Direct na het passeren van de autosnelweg, aan de rand van de stad ben ik bij de vertrekhal.
Ik ga eens binnen kijken en zoek een plekje waar ik morgen de fiets en tassen rustig in kan inpakken. Met deze ervaringen moet het morgen geen probleem zijn.

Naar de kust
Nu ga ik door het zuidelijk deel van Pisa op weg naar de kust. De weg loopt langs de rivier de Arno. Hoe verder je naar de kust komt, hoe meer boten en jachtenhaven er bij de verschillende bedrijven liggen. Voor kapitalen aan boten liggen in de rivier, die in open verbinding met de zee staat. De mondig van de rivier bij Marina di Pisa is groots aangepakt met de aanleg van een jachthaven. Hier heeft men niet op een paar euro meer of minder gekeken. Een deel van het havengebied ligt nog braak, maar als ik de foto’s op de hekken en bouw schuttingen zie, moet hier een moderne haven en badplaats komen. Het plaatsje Marina de Pisa is niets bijzonders. Een wat verloederde weg langs de zee. Hier en daar is een kunstmatig opgespoten stukje zandstrand, dan 100 m ondiep water en dan liggen er weer grote rotsblokken. De weg langs de zee is ook afgeschermd met rotsblokken. Mensen liggen op de stenen te zonnen en kunnen vaak vanaf die plek niet het water in. Als ik wat verder fiets zie ik een ambulance, die mij op de weg langs de rivier al in haalde. Een oudere vrouw wordt aan het eind van een rotsblokkendam in een ambulance gedragen. Het is duidelijk dat ze op de rotsblokken is gevallen. Dit is niet mijn strandje; alhoewel met nog witte lijf is het geen gezicht tussen de bruine mensen en veel te gevaarlijk in de volle zon. In de verte ligt de haven plaats Genua maar dat lijkt mij niets. Ik heb het gezien, koop in de plaatselijke Coop mijn dagelijkse boodschappen en fiets terug naar Pisa. Nog even kijk ik voor een laatste keer bij de scheve toren en ga terug naar de camping.

Hoosbui
Voor ik daar ben barst een bijna tropische bui los. Ik sta onder een tunnel, vlak bij de camping. Steeds meer water loopt de tunnel in, waar ik op het trottoir sta. Bij mij strand een scooter die door het water is gereden. De man probeert de scooter weer te starten, maar het lukt hem niet. Als het na een kwartier droog is fiets ik naar de camping. Mijn tentje staat nog droog. De tent van mijn overburen staat geheel blank en mensen zijn alles uit de tent aan het halen.
Die avond drink ik nog een biertje met mijn overburen met een camper uit Westzaan in Nederland. Ze hebben nog verre familie in Duiven die een kippenboerderij hebben, maar waar ze de naam niet meer van weten. Er zijn maar drie grotere kippenbedrijven en van twee noem ik de naam. “Ja”, zegt de vrouw bij de naam Janssen. Ik noem nog meer details en ze kijkt mij verbaast aan.
Mijn Duitse buurman met auto, tentje en fiets wil nog wat over de route naar Lucca en mijn tour van Napels naar Pisa weten en dan is het al weer donker.

donderdag 24 juli 2014
Schiphol -Duiven
131 km

Ik heb vandaag alle tijd. Mijn vliegtuig van Transavia gaat pas om 15 uur. Toch ben ik onrustig. Geen tijd meer om nog grote dingen te doen. Om 9.30 uur ga ik betalen en tegen 10 uur fiets ik al naar het vliegveld. Daar fiets ik wat rond en bekijk het leven van komende en gaande toeristen. Ik merk dat de mobiele telefoon niet meer is weg te denken. Iedereen heeft een telefoon in de hand om de bellen of om foto’s te maken. En ik doe lustig mee. De aankondiging borden laten tegen 12 uur zien dat de vlucht een uur vertraagd is. Wat kun je er aan doen. Ik fiets nog maar eens in de omgeving van het vliegveld en om 14 uur is de balie open. Ik ga de tassen inpakken en de fiets van de trappers ontdoen, de banden laat ik voor een deel leeglopen en een plastichoes gaat over de fiets. De dame bij de balie is uiterst vriendelijk en zegt dat het beter is de oude stickers van de vorige vlucht van de fietshoes te halen. Dat geeft verwarring en mogelijk gaat de fiets dan niet mee.
Na het afgeven van de fiets is het wachten op het instappen en het vertrek. 16.20 Uur gaan we de lucht in en nu zie ik ook waarom er elke dag militaire vliegtuigen boven Pisa in de lucht waren. Een deel van de luchthaven is ook in gebruik bij de militairen.

Mijn buren in het vliegtuig zijn een man van ca 50 jaar en een jonge vrouw van begin 20 jaar. Ze zijn van Indiase afkomst en ik versta niet van hetgeen ze zeggen. Wat ze doen begrijp ik des te meer. Als tortelduiven zitten ze hand in hand en kussen elkaar zonder een minuut van elk uur over te slaan. Van allerhande ideeën gaan door mijn hoofd, ik weet het niet. Zij is net zo gek als hij en het geeft ze niets dat ik er naast zit. Ik kijk maar naar buiten, vanaf mijn stoel bij het raam en de nooddeur. Als het echt te gek wordt kan ik altijd nog de nooduitgang boven de vleugel openen. De vlucht duurt twee uur, dat overleef ik wel.
Op Schiphol komen mijn tassen vrij snel rond 19.15 uur op de band. Nu is het wachten bij de band voor grote bagage stukken. Als alle passagiers al weg zijn komt mijn fiets. Ik heb nog een half uur nodig om de fiets rijklaar te maken. Rond 19.45 uur fiets ik met een heerlijke temperatuur van Schiphol weg. Wel begin ik direct te zweten. Het verschil met Italië is dat de luchtvochtigheid veel hoger is.

Overnachten
Ik heb nog niet gegeten en rond 21 uur ben ik in Oudekerk  aan de Amstel. Heerlijk zitten veel mensen bij restaurant ‘Sjeik aan de Amstel’ op het terras. Ik zie er wel niet zo sjeik uit, maar dat kan mij niets schelen. Aan de buitenkant van het terras is een tafel waar ik de fiets naast kan zetten. Ik bestel een hoofdgerecht met vis en een glas wijn. Een half uur later ben ik weg richting Kromme Mijdrecht. Bij de Hoef ken ik een picknick plaats en daar heb ik eerder naast de picknicktafel overnacht. Alleen een paar vissers zitten aan het water en die hebben geen oog voor mij. Als het bijna donker is zet ik de tent op en ga direct slapen. Ik hoor nog wat stijgende vliegtuigen van Schiphol en val in slaap. Morgen nog goed 100 km naar Duiven.