2013 Bazel-Rome

Basel Rome

Album met de foto’s van de Pelgrimstocht 2013 naar Rome.

Route 3 door Zwitserland met kampeerplaatsen.

Route 3 door Zwitserland met kampeerplaatsen.

Pelgrims-fietstocht

opdefiets

Donderdag 25 juli 2013

De hele dag ben ik al onrustig. Vanavond om 18.00 uur vertrek ik voor mijn derde pelgrimstocht naar Rome. Waarom ben ik onrustig? Ik hoef niets meer te bewijzen. Ik heb laten zien dat ik de zwaarste tochten aan kan. Is het iets uit het verleden? Wil ik toch bewijzen dat ik sportief ben?  In mijn jeugd mocht ik nooit meedoen met voetballen omdat ik klompen droeg. Ze wilden wel mijn klompen lenen als doelpalen en dan mocht ik wel op mijn sokken meedoen. Ik specialiseerde me op andere dingen; trok de natuur in en beleefde mijn avonturen met koeien in de wei en vlotten bouwen in de sloot. Ik vermaakte mij wel en had daar geen anderen voor nodig. Geen wedstrijden. Of dit de basis is dat ik toch weer een pelgrimstocht wil maken? Avontuur? Niet weten waar je terecht komt en steeds weer nieuwe beslissingen nemen, hoe je het gaat doen. Natuurlijk ben ik al vanaf eind april met de voorbereidingen bezig. Op papier kloppen alle plannen, maar in de praktijk is het wel wat moeilijker. Maar toch!

Oppas
Samen met mijn vrouw eet ik macaroni-pasta, om vast in Italiaanse sferen te komen. Om 18.00 uur fietsen we samen weg. Een snelle kus en een waarschuwing : “Pas goed op” zijn de laatste instructies. Mijn vrouw gaat het huis van dochter inspecteren, omdat de dochter met haar 2 kinderen op vakantie is. Ik fiets door naar station Duiven. Op het station wissel ik nog wat informatie uit met een Duivenaar en om 18.16 uur komt de trein. Ook met het warme weer hebben de treinen in Arnhem en Utrecht vertraging. De City-Night-expresse komt om 20.14 uur in Utrecht aan.

Tien tot vijftien fietsers bestormen de wagon voor de fietsen. Hallo!!! Ik ben dus niet alleen. De fietsen moeten opgehangen worden. Op je reservering staat een nummer, alleen bij mij niet. De fietsers helpen elkaar. Ik plaats mijn fiets tegen de wand en daar blijft hij staan. Een jong gezin is druk met de fietsen en de kleinste van

anderhalf jaar staat op het perron.DSCF6321 “Geef mij de kinderen maar en zetten jullie de fietsen en de fietsaanhanger voor de kinderen, maar weg,” En zo staat opa Henk met  een kleintje van anderhalf op de arm en haar oudere zusje van drie aan de hand. De meisjes vinden het wel leuk, want ze maken geen aanstalten om de hulp van hun ouders te roepen. Ze vertrouwen opa Henk wel. Regelmatig mag ik ook op mijn eigen kleinkinderen passen. Mijn zoon heeft daar wel een verklaring voor: je kent de kinderen goed, wij hoeven niet op de tijd te letten en je kost maar 1 fles wijn per avond! De kinderen op en aan mijn arm zijn van Belgische ouders. Ze hebben familie in Nederland bezocht en gaan nu naar een broer in Zwitserland.

Rome web 2013 078Na het wegzetten van mijn fiets zoek ik mijn plaats. Het is een halfronde stoel die de indruk wekt dat je er goed in kan slapen. Het tegendeel is waar. Net op de verkeerde plaatsen drukt de stoel in je rug of nek.DSCF6324 De volgende stop is Keulen waar weer een aantal mensen instappen. Mijn coupé zit nu redelijk vol: jongeren die regelmatig bier halen, een groepje Franse jongeren en mijn buurman, een Aziatisch type, die niets zegt. Om 01 uur gaan de lampen uit, een klein lampje blijft aan,  het is redelijk donker. De meeste reizigers proberen te slapen. Om 4 uur stopt de trein in Karlsruhe voor langere tijd. Het treindeel dat naar Munchen gaat wordt afgekoppeld, het deel naar Zurich gaat door. Met de rust is het weer gedaan. Drie douaneambtenaren komen binnen. Mij controleren ze niet. Een Turkse man is de 1e en hij heeft geen paspoort bij zich. Ik hoor Basel-Bad noemen en dat is Duitsland. Hij gaat de grens dus niet over. De twee bierdrinkende Nederlandse jongeren hebben meer problemen. Bij het doorzoeken van de koffer vinden de ambtenaren drugs. De jongeren -ongeveer 20 jaar oud- moeten meekomen en de andere ambtenaar begint nu, naast mijn stoel op de grond, bij het licht van een zaklamp, alle koffers te doorzoeken. En zo wordt de 1e reisnacht een nacht met onderbrekingen.
………………………………………………………………………..

Basel – Schöftland
Droog zonnig ca. 30 graden
73 km.

Spontaan
Om 7.00 uur komt de trein op het hoofdstation in Basel aan. Ik kijk rustig rond en zeg mijn medefietsers, die ook hun fietsen uit de trein halen, gedag en wens ze een goede reis. Ieder gaat zijn eigen weg.

Buiten vind ik direct de bordjes van fietsroute 3: de weg naar het zuiden. Van de stad Basel maak ik niet veel mee. Het fietsen gaat goed en ik volg de hele dag de donkerrode bordjes van de fietsroute 3 van Noord naar Zuid Zwitserland . Ze staan goed zichtbaar, het veranderen van richting staat duidelijk met een pijl aangegeven en wordt vaak herhaald met een bord met een klein fietsje erop.

In Liesthal, een klein dorp, vind ik een postkantoor en probeer daar geld en postzegels te halen. Geld halen kan niet. Dan vraag ik maar een stempel  in mijn pelgrimspas. Die mag de dame niet geven, zij mag de stempel alleen gebruiken om postzegels te stempelen. Maar ik heb geen Zwitserse franken om postzegels te kopen. Een jonge vrouw vraagt hoeveel het is: vijf rappen. Ze geeft het geld en ik heb mijn postzegel met stempel in mijn pelgrimspas. Dank aan deze jonge vrouw.

Stoned
Rome web 2013 093Door kleine dorpjes gaat het verder. De eerste beproeving is een berg van 480 meter bij Rothenfluh, met een stijgingspercentage van 10 %:  Ik moet lopen en badend in het zweet loop ik bocht na bocht, soms sta ik stil om uit te hijgen. Boven in het bos is een parkeerplaats met een mooi stukje gras in de schaduw. Hier neem ik 2 uur rust. Ik slaap heerlijk totdat om ongeveer 14.30 uur een jongeman van begin 20 jaar zijn auto vlakbij zet. Hij spreekt Zwitsers-Duits en dat is moeilijk te volgen. Hij heeft een joint tussen de vingers en is zo stoned als een garnaal. Hele verhalen vertelt hij, waar ik weinig van snap. Hij heeft er een opvouwbaar stoeltje bij gepakt en ik krijg een alcoholvrij biertje. Alcohol is slecht voor de mens zegt hij, terwijl hij een haal van zijn joint neemt. De politie is ook niet zijn beste vriend, want  -zo zegt hij- hij is manisch depressief.  Zijn verhalen gaan door en dan zeg ik maar dat ik weer verderga. Hij stapt in zijn auto, na eerst van mij afscheid te hebben genomen, als was ik een oude vriend. Ik maak weer kilometers en drink flessen water leeg. Gelukkig staan overal bronnen langs de weg. Net als bij de andere tochten drink ik altijd gewoon kraan- of bronwater. Nooit koop ik flessenwater. Tot op heden heb ik er nog geen problemen mee gehad.

Na 73 km. Bij Schöftland vind ik het genoeg. Na een slechte nacht in de trein en een heftige eerste dag is het genoeg. Er is geen camping, maar een rustige plek langs een beek, aan de rand van een koolzaadveld, is ook goed. Dichtbij is een gebouw waar men kadavers kan inleveren. Van een soort washok staat de deur  open. Er is een wasbak, warm en koud water en een stopcontact. Meer heb ik niet nodig.Rome web 2013 108 Om 22.00 uur slaap ik in tot ongeveer 2.00 uur. Er staat iemand bij mijn tentje te roepen. “Politie, u staat op privégrond.” Even rustig blijven en nadenken. Vanuit mijn tentje zeg ik in het Duits, dat ik pelgrim ben, naar Rome fiets en geen camping kon vinden. Ik steek mijn hoofd uit de tent en kijk in een zaklantaarn. Hij vraagt nog wat over luide muziek en een feest, maar hij merkt wel dat ik dat niet ben. Ik mag blijven staan. Even later hoor ik de politiesirene en een auto met hoge snelheid wegrijden. Blijkbaar hebben ze wat gevonden. Toch duurt het even voor ik weer slaap. Om 6.00 uur ben ik wakker en om 7.00 uur zit ik weer op de fiets.
………………………………………………………………………..

Zaterdag 27 juli 2013
Traject: Schöftland – Buochs
Afstand: 73 km.
Temperatuur: 35°, zon
Overnachting: camping

Langs het Vier woudstedenmeer.
De fietstocht gaat over rustige paden langs de Auchsee richting Luzern. Van de stad zie ik niet veel. Te druk. Wel maak ik wat foto’s bij de beroemde houten bruggen. Tussen de middag pauzeer ik aan een standje aan het Vierwoudstedenmeeer en ga ook even zwemmen. Het is druk aan het strandje, wat die naam eigenlijk niet mag hebben; het is een groot veld met een kiezelstrand. Het water is heerlijk koel!Rome web 2013 131 Om 14.00 uur vertrek ik weer. De weg gaat verder langs het Vierwoudstedenmeer. Het is zaterdag en ik koop in de supermarkt eten voor vandaag en morgen. Met de extra kilo’s  zijn de voortassen te zwaar, waardoor het voorwiel, als de fiets nog op de standaard staat, een hele slag maakt en de voorrem los schiet . Nu moet ik dus een reparatie uitvoeren. Ook het kabeltje van de kilometerteller is gebroken. De reparatie daarvan lukt niet, geen probleem, mijn GPS geeft hetzelfde weer. De rem krijg ik wel weer goed en voor de zekerheid doe ik er een trekbandje om.

Ik fiets door naar de camping in Buoch, waar alleen nog plaats is op voetbalveld, in de volle zon. Ik neem er maar genoegen mee, want ik moet weer eens onder douche. Van mijn grondzeil maak ik een zonnescherm, want de temperatuur is ver boven de 30 graden.Rome web 2013 148 Om 20.00 uur staat het grasveld vol met tenten en caravans.  Tot 6.00 uur slaap ik, maar een buitje geeft wat vertraging bij het weggaan.

 

 

 

……………………………………………………………………………………………………………………………..

Zondag 28 juli 2013
Traject: Douchs – Göschenen
Afstand: 64 km
Temperatuur: 35°,  zon
Overnachting: hotel

Helemaal leeg.
Om 7.00 uur zit ik op de fiets en na 8 km ben ik bij de pont over van het Vierwoudstedenmeer. Helaas ben ik  te vroeg: de 1e veerpont gaat pas om 8.30 uur. Mooi even de tijd om wat te schrijven.

Aan de overkant fiets ik -met stralend weer- hoog langs het meer naar Brunnen en geniet van het uitzicht op de bergen aan de overkant van het meer. Nu kan ik nog genieten van de bergen. Na Brunnen begint het dal naar de Gotthardpas. Dan is het weer klimmen en doen de bergen zeer. Rome web 2013 158Daar begint de klim van ongeveer 20 km, naar de Gotthardpas.. In Wassen heb ik al echt veel energie verbruikt en ik heb even het idee om weer omlaag te gaan. Ik draai om en na 100 meter denk ik, ik ga niet terug! En weer ga ik naar boven, lopen, fietsen en veel zweten, de berg op. Rond 14.00 uur, eerst maar eens een uurtje slapen in het gras in een berm langs de weg:  bij een temperatuur van 35° is dat heerlijk. Daarna veel fruit gegeten,  nectarine en een blik ananas. Dan weer vol energie de berg op , naar de Gotthardpas.

Trillen
Rome web 2013 174Om 18 uur Bij Göschenen begin ik te trillen. Mijn doel is Andermat, dat is nog  5 km en 400 meter hoger. Göschenen ligt op 1000 meter hoogte en de hoogte begint mee te spelen. Als ik een hotel zie ben ik helemaal op. Ik vraag om een bed en een groot glas bier. Beide zijn voorradig. De fiets kan in de garage en ik ga om 19.00 uur direct naar bed. De hele nacht heerlijk doorgeslapen tot 6.00 uur. Het ontbijt is om 7.30 uur. Buiten dichte wolken en regen. De hotelkamer is klein en sober. Alles van hout. Bed, wanden, vloer, kasten en dat in een ruimte van 3 x 5 meter inclusief douche en w.c. Het ontbijt is in de kroeg. De broodjes staan op de piano en het overige toebehoren op een paar tafeltjes. Zo simpel en goed. Nog even met een echtpaar uit Sellingen gesproken, zij waren verbaasd dat ik wist dat  Sellingen in Groningen ligt. Als je maar genoeg rond fietst!
……………………………………………………………………………………………………………………………..

Maandag 29 juli
Traject: Göschenen – Bellingsona
Afstand: 57
Temperatuur: berg af 12°, regen/onweer
Overnachting: camping

Regen en dichte wolken.

Regen en dichte wolken.

Volgens de hotelbaas was het niet verantwoord om met de fiets de berg over te gaan, er kan best een laagje sneeuw bovenop liggen, zegt hij. En wat heb je er aan om in de wolken boven aan te komen. Daarom besloten om met de trein te gaan. Hotelbaas keek even naar de dienstregeling. Om 8.50 uur kan ik weg. Het station is op 100 meter van het hotel. In het station zijn twee mannen met de kaartautomaat bezig. Ze hebben de machine open staan, dus hebben ze er verstand van. Een van de mannen spreekt Duits en helpt met het kopen van de kaartjes: één voor mij en één voor de fiets. De trein is op tijd, maar wat een hoge opstap! Ik krijg hulp en direct na vertrek is het buiten donker. Ik zit al in de tunnel. Heb ik een lange nacht gehad, is het alweer donker. Tien minuten later sta ik al in Airolo aan de andere kant van de berg. Ook hier regen en onweer, toch loopt iedereen met paraplu buiten op straat, zelfs een klas kinderen. Het onweer moet dus ver weg zijn. Regenpak aan en met 20 km. per uur de berg af.  Na een paar kilometer krijg ik het koud. Geen wonder het is 12°. Snel een vest aan en dan weer verder in de stromende regen.

Met regen de St Gotthard af

Met regen de St Gotthard af

Berg af ga ik niet harder dan 25 km. per uur, toch merk ik opeens dat de remmen onvoldoende grip hebben. Ondanks volledig inknijpen, minder ik geen vaart. Wat nu? Snel denk ik na. Hoe kom ik tot stilstand. Ik ga wel niet harder, maar dit is niet leuk. Ik zit nog op een recht stuk, maar voor de bochten, in de regen, ga ik te snel. Pompend remmen, denk ik. Om de beurt knijp ik de voor en dan de achterrem in en dat helpt. De snelheid wordt minder. Als ik  stil sta draai ik eerst de remmen strakker. Dat had een gevaarlijke situatie kunnen worden. Rome web 2013 197

Na 2 uur fietsen klaart het weer op en tot 14.00 uur tot Bellinzona blijft het droog. Er is voor in de stad een camping. De receptie is pas om 17.00 uur open. Er staat een partytent van 3 x 6 meter met bankjes en daar ga ik zitten. Ook een man met zijn dochter zitten daar. Donkere wolken komen, daarna regen en stormwind. De partytent stort in en er blijft weinig van over.  Bij de receptie is een terrasoverkapping, maar ook hier krijgt de wind vat op en even later staan we in de regen, met een aantal mannen het terrasscherm te redden. Het lukt en het scherm kan worden opgerold. Ik heb het over een scherm van 4 x 8 meter. Met 4 mannen zijn we bezig.

Rome web 2013 202

Partytent na het onweer.

Partytent na het onweer.

Partytent
Ondanks de regen ga ik toch mijn tentje opzetten. Mijn broek en schoenen zijn door en door nat. Na het opzetten van de tent duik ik in mijn slaapzak, want ik heb het koud gekregen. Om 18.00 uur regent het niet meer en ga ik in het kleine restaurant bij de receptie een pizza eten. Na 20.00 uur is het weer helemaal droog. Morgen nog 80 km. naar Como en dan Italië, naar Milaan. Tot nu toe gaat het goed. Klein probleempje met de fiets: losse rem en spaak en een gebroken kabel van de kilometerteller. Als het niet erger wordt dan teken ik ervoor. Ik wist dat de eerste dagen zwaar zouden zijn. Met temperaturen van boven de 30° graden en flinke bergen op, dan is het zweten en puffen. Maar ik doe het uit vrije wil. Ik geniet ook onderweg, maar geniet toch het meeste van mijn aankomst.
……………………………………………………………………………………………………………………………..

Dinsdag 30 juli
Traject Bellingzona – Riva san Vitale
Afstand: 67 km
Temperatuur: 14° ‘s-morgens  tot 30° ‘s-middags
Overnachting: camping

Al vroeg ben ik wakker en dat is om 5 uur. Maar dat kan ook niet anders als je voor 22.00 uur in je slaapzak ligt. Alles in de tent, maar ook de tent zelf, is nog nat. Het heeft gisterenmiddag dan ook behoorlijk heftig geonweerd, storm, wind en regen tot 17.00 uur.

Om 6.00 uur kan ik het niet meer houden en laat het luchtbed leeglopen terwijl ik er nog op lig. Een prima methode om een besluit in een daad om te zetten. Na een halve minuut lig ik op de harde grond. Daarna de stop uit het opblaaskussen: het is tijd om in te pakken. Kletsnat gaan de tent en veel spullen in de tassen. Ik hoef niemand gedag te zeggen als ik 5 minuten voor zeven uit de poort fiets. De slagboom is naar beneden. De camping in Bellingsona laat ik niet met een positief gevoel achter. In het smalle dal van de Gotthard lopen zowel de autosnelweg, provinciale weg en de spoorlijn dicht langs de camping. Geen moment is het stil. Ik had mijn oordoppen moeten gebruiken, dan is het pas echt stil.

Van de camping op 226 m is het 13 kilometer naar Cadenazzo op 208 m

weer eens omhoog naar een Mont.

weer eens omhoog naar een Mont Ceneri

Daar begint de klim naar de pas van Ceneri op 552 mtr. Goed 300 meter klimmen, maar voor ons Nederlanders, die alleen de platte pannenkoek, met hier en daar een luchtbel onder het oppervlak gewend zijn, is het toch een echte berg. Acht kilometer is de klim. Toch merk je na drie dagen dat de conditie weer op peil is. Na de “hoogte stage” op de Gotthard doet deze berg wel even zeer, maar niet om lang op terug te zien. Voordeel is de temperatuur: op de camping om 7 uur 14 ° en om 8 uur al 17°. In een goed uur ben ik boven. Er is een camper-parkeer-kampeerplaats. Dan maar even weer aan het werk als wethouder: het is nog steeds een wens om zoiets in Duiven aan te leggen. Het werkt zo: na de slagboom kan men bij een automaat betalen, dat kan voor enkele uren of dagen zijn. Met de uitrijkaart kan de slagboom open en kan je de camper-parkeer-kampeerplaats weer afrijden. Er is stroom, water en sanitair. Zo moet dat: geen personeel, weinig kosten en toch een recreatieplaats.

Lago  Maggiore
Het is tijd om berg af te gaan. Heerlijk, de temperatuur zit al op 20 °. Bij Agno had ik aan de oostzijde van het Lago Maggiore moeten aanhouden. Ik maak een fout en blijf aan de westkant. Bij Magliaso is een Mc.Donald en ik trakteer mezelf op een cola en een hamburger. Pas als ik bij de grens kom valt het me op dat ik aan de verkeerde kant van het meer zit. Op zich maakt het niets uit, links er of rechts, de afstand is hetzelfde. Na 10 km. zit ik weer in Zwitserland. Dus even aan Italië “geproefd”. Er is zowaar een plekje waar een bordje staat “Riva Publica” vrij strand waar één man aan het zwemmen is.

Strandje aam Lago Maggiore

Strandje aam Lago Maggiore

Ik ben er al voorbij en denk, toch maar even zwemmen en draai om, zet de fiets tegen de reling, trapje af en een strand vol keien heet mij welkom. De laatste meter op blote voeten over scherpe stenen lijken op een soort ballet met vreemde bewegingen. Een misstap op een steen zorgt ervoor dat ik vroegtijdig in het water lig……heerlijk! Weer een meer waarin ik gezwommen heb.

 

Misverstand
In Riva San Vitale, aan het eind van het meer,  gun ik mezelf een pilsje op een buitenterras. Ik informeer in het Engels en Duits naar een camping in de buurt. Het meisje van de bediening roept haar moeder Rita. Ik leg het met veel woorden en gebaren uit waar ik naar op zoek ben. Maak tekens van een tent met de hand. Rita knikt, loopt weg en komt even later terug met een glas met ijsklontjes. Rome web 2013 015

Ik barst in lachen uit en leg Rita nogmaals uit wat de bedoeling is. Een buurman -die ook alleen Italiaans spreekt- helpt. Dan snapt Rita het! De camping is vlakbij, een paar kilometer. Samen lachen we om het voorval.

Zes km verder bi Melano is een grote camping aan het meer. Daar aangekomen fietst de camping-eigenaar met mij mee en wijst me een driehoekige plek gras, midden in de volle zon: Mijn campingplaats. Mijn buren hebben een wigwam tent en een klein slaaptentje. Het zijn Michael en Catharine uit Zurich. Soms praten we Duits, dan weer Engels.

Michael, mijn buurman slaapT Full speed

Michael, mijn buurman slaapt voll speed

We mixen het ongemerkt. Michael heeft stroom en ik krijg een “lijntje” Kan ik alles weer eens op peil brengen. Het is een grote camping en met dit mooie weer aan het einde van de middag heeft men nog maar weinig kleding aan. Vooral de kleding van de dames die langslopen, mag het die naam niet hebben. Als vrome pelgrim probeer ik er niet naar te kijken. Maar of ik nu links of rechts kijk, overal zie ik veel bloot. Maar ook hele schilderijen op lichamen: tattoos. Wist ik niet dat mensen zoveel tattoos hebben. Armen, rug en benen zijn favoriet. Ik doe mijn kleding niet uit: mijn huid is een” onbeschreven blad” en de rest ? Van mijn buren krijg ik spontaan vers fruit en ze kijken met belangstelling hoe ik mijn spaghetti kook.

Morgen Italië en als het lukt met de trein naar Florence.
……………………………………………………………………………………………………………………………..

Woensdag 31 juli
Riva san Vitale- Florance
Fietsen naar Como, trein naar Milaan Fietsen in de stad, trein naar Florance
Totaal gefietst 58 km

Zoals gebruikelijk om 7.00 uur op de fiets. Iedereen op de camping is nog in ruste. De route loopt nog een paar kilometer langs het meer. Het is de regionale weg en er rijden al veel vrachtwagens. Ik ben er niet bang van, ondanks dat ze soms rakelings passeren. Na 10 kilometer,in de stad Mendrisio, is een verkeersomleiding. Op mijn gevoel fiets ik verder. Naar later blijkt, niet goed. In een van de volgende plaatsen is om 08.00 uur al een winkel open. Ik heb nog 10 Zwitserse franken en besluit daarvan brood, melk en bananen te kopen. Ik krijg het geld niet op. Naast de winkel is een bar. Ondanks het vroege tijdstip zitten er al mannen en een vrouw aan de koffie. Ik volg het voorbeeld. Je moet geen dorst hebben, want het is een heel klein kopje sterke koffie. Als deze koffie in een bejaardenhuis wordt geschonken, slapen de bewoners overdag niet meer. Ik stap weer op. Na een aantal kilometers kom ik aan de grens.

Ik ben weer in Italie. Dan slaat de twijfel toe: waar zit ik ? Ik had nog lang niet in Italië moeten zijn. Ik heb een kaart van Italië nodig. In een Carfour supermarkt vraag ik om een kaart van Italië: hebben ze niet. In een volgende supermarkt ook niet. Ik vraag de eigenaar om op mijn kaartje aan te wijzen waar ik nu ben. Het duurt nogal even, voordat hij het plaatsje heeft gevonden. Ik ben zeker 10 km. van route naar Como af. Ik vraag hem hoe ik naar Como moet rijden. Hij schrijft het op en wijst me ook waar ik linksaf moet gaan. Even later zie ik borden met Como. Ook de GPS waar de route Como-Siena  in staat, werkt weer. Ook kom ik borden met Milaan 30 tegen. Ik twijfel weer: zal ik naar Milaan fietsen? Ik vertrouw het niet het is geen 30 km maar een weg aanduiding. Voor de zekerheid besluit ik naar Como te gaan.

Como meer

Como meer

Na een flinke tocht door de bergen kom ik hoog boven Como in de bergen aan. Wat een prachtig uitzicht op het meer. Ik daal 200 meter en fiets rustig naar het meer, maak foto’s en ga op zoek naar het station. Bij binnenkomst van het station word ik begroet door 3 Duitse jongens, die ik ook bij de beklimming van de Gotthard heb ontmoet. Ze gaan met de trein naar Genua en fietsen dan naar Rome. Ik koop een kaartje Milaan en moet een half uur wachten. De trein arriveert en voorin is de plaats voor de fietsen. Ik ren naar voren, maar de deuren gaan al dicht en de trein vertrekt. Weer een half uur wachten! Dat zal mij dus niet weer gebeuren. Als de volgende trein komt, knal ik de fiets in de eerste de beste deuropening. Rome web 2013 248De conducteur zegt er niets van. Het is nog een uur rijden naar Milaan. Ik stap uit bij station Garibaldi, aan de westkant van de stad. Het station is zo groot dat het een puzzel is om eruit te komen. Nu maar op de GPS rijden. Ik rij weer brutaal midden op de weg en wijs links en rechts, zodat ze zien welke kant ik op wil. Er is zelfs een stukje fietspad in Milaan. Dan zie ik de Dom. Door een drukke winkelstraat fiets ik naar het Domplein.  Vreemd, ik was hier al eens eerder, maar op de fiets is het toch anders. Na een half uur ga ik weer op weg, dwars door de stad, naar het centraal station. Weer heb ik twijfel. Ik ben al te ver. Wat ik van de plattegrond van Milaan herinner ligt het centraal station in het centrum. Nu ga ik toch de TomTom gebruiken. Die geeft aan 4.5 km. terug naar het station. Onderweg twijfel ik of ik het station wel zal vinden. De route naar Siena in de GPS werkte prima. Ik reken uit dat het zeker 3 a 4 dagen fietsen is naar Siena. Als ik naar het station fiets kom ik om 15.30 uur aan (volgens de TomTom). Als het niet lukt met de trein heb ik nog altijd de tijd om met licht de stad uit te fietsen. Dan maar 3 of 4 dagen fietsen naar Siena. Na een rit, waar ik zonder tegenspraak de TomTom volg, kom ik op het aangegeven tijdstip bij het station. Een kolos van een gebouw.

Kaartje
Ik fiets naar binnen en zie ergens ‘biljetta’ staan. Langs een winkel en eettent kom ik in een hal met 20 balies waar er 5 van bezet zijn. Er zijn ook automaten en direct word ik belaagd door figuren die bij de automaten willen helpen: niet doen! Dadelijk is het kaartje niet goed en mogelijk ben je ook je pinpas of geld kwijt. Ik kijk even rond en zie dan een automaat, die volgnummers voor de balie geeft. Ik print een kaartje: A988. Hallo! Nummer 830 is aan de beurt. Met de fiets in de hand wacht ik mijn beurt af en sta dus 1 ½ uur te wachten….. Wat er dan nog veel mensen zijn die eerder aan de beurt proberen te komen. Met allerlei trucjes proberen ze voor te dringen. Het personeel bij de balie is onverbiddelijk: nummertje trekken en wachten. Ik probeer het ook eens, door een leuke baliemedewerkster “aardig” aan te kijken, maar ze blijft als een stuk koud graniet. Om 17.00 uur komt mijn nummer op het scherm. De man kijkt bedenkelijk als de “bici” fiets mee moet. Dan klaart ook mijn gezicht op: 17.20 van Milano Centraal naar Bologna, aankomst 20.08 uur. Dan overstappen en 20.40 uur de trein naar Firenze s.m. Novella.

17.15 uur heb ik mijn treinkaartje, Ik heb een kwartier om bij de trein te komen, perron 21. Waar vind ik de treinen in deze catacomben? Het lijken wel de catacomben van San Sebastiano in Rome, allemaal gangen, maar in Rome is het een rustplaats voor de doden. Hier leeft het. Via pictogrammen zoek ik mijn weg. Voor de roltrap naar de trein staan dikke palen waar mijn fiets met tassen niet doorheen past. Ik overweeg wat te doen, nergens een lift, dan maar aan een kant de tassen van de fiets. Dat lukt en na 3 roltrappen ben ik bij de platforms van de treinen. Platform 21, de trein naar Bologna staat klaar. Net achter de stoel van de machinist is de ruimte voor de fietsen. Ik moet de fiets met het voorwiel aan een haak hangen. Alle bagage moet eraf. Een coupe verder heb ik een stoel met uitzicht op m’n fiets. Na Parma, op een station waar we moeten wachten, komt de machinist buurten en vraagt: “Gazelle bici?” Ja geef ik aan en vervolg direct  met : “Bici, Holland – Roma”. De deuren van geluk openen zich: ik mag uitleg geven over versnellingen en remmen en als tegenprestatie mag ik voor in de cockpit van de machinist meekijken.

Voor in de trein maar Florance

Voor in de trein maar Florance

Seinen, stroom, bijschakelen, knop drukken voor het volgende baanvak, 50-80-120-150 is de max. Ik snap het. Met 2 hendels stroom bijschakelen maar ook remmen. Bij het station klinken signalen: knoppen drukken en snelheid minderen. Ik geef de machinist mijn kaartje waarop staat dat ik met lagere snelheden naar Santiago de Compastela, Rome en Rome – Nederland ben gefietst. Ik krijg lovende worden en  veel respect. Ik bedank de machinist voor deze onverwachte ervaring. In Bologna overstappen, dan 10 – 15 minuten door een tunnel en je bent aan de andere kant van de Apennijnen. Om 21.30 uur begint het donker te worden. Om 22.30 uur kom ik  in Florance aan.  De trein komt op nog geen kilometer van het centrum en de Dom aan. Rustig maak ik alles klaar. Ga bij een bord met licht staan, dat geeft aan één zijde dekking. Met een lampje op het voorhoofd , lampje achter op de helm en op de fiets en een knipperlichtje voor op het stuur, fiets ik als een knipperende kerstboom Florence bij nacht in. Een bekend beeld: toeristen, Indiase verkopers van prullaria, vliegende let-lampjes, schilders, tekenaars. Voor de Dom stop ik even. Direct komt een verkoper met  vliegende let-lampjes die als een helikopter de lucht ingaan. “No gifts” Na nog 6 keer NO en vele andere aanprijzingen en afwijzingen van mijn kant, druipt hij af. Nu moet ik op gevoel en beelden van mijn vorige tocht in Florance verder fietsen. Ik kom langs mijn evenbeeld: de “David” van Michelangelo.Rome web 2013 019 Dat evenbeeld is maar een heel klein deel. Mijn gevoel geeft aan rechtdoor naar de rivier en dat klopt gelukkig. Langs de rivier vind ik de weg naar de camping. Om 22.50 uur kom ik aan en de receptie is nog open. De eigenaar vraagt: “Nederland?” Why vraag ik: “alleen Nederlanders komen op de fiets”, zegt hij. Ik zet de tent op en ga een pilsje drinken. Op het terras is het om 23.30 uur nog volop drukte. Jongeren hebben al flink ingenomen en lachen om iedere “scheet”. Een paartje zit te kussen als tortelduiven. De stelletjes voor de nacht zijn in de maak. Om 24.00 uur is het tijd om m’n tentje in te kruipen. 18 uur van de 24 uur van deze dag heb ik gebruikt.
……………………………………………………………………………………………………………………………..

Donderdag 1 aug
Rustdag in Florance
Totaal gefietst

Vrijdag 2 augustus
Traject: Florence – Siena
Afstand: 74 km
Temperatuur: “normaal”  36°
Overnachting: Camping Siena

Axe
Ieder nadeel heeft zijn voordeel is een uitspraak van Johan Cruijff. En zo ervaar ik het ook: Nadeel: ik heb geen gaatjes meer over in mijn broekriem. Blijkbaar heb ik het nodige vet al verbrand en is de buik al aardig geslonken. Voordeel:  Bij het douchen keek ik naar beneden en waar voorheen mijn buik het zicht belemmerde, zag ik nu direct mijn mannelijkheid in ruste! Niet dat ik nu permanent naar beneden staar, maar het zijn zo van die dingen die tijdens een tocht gebeuren. Iets anders is mijn kleding na een week fietsen. Ik heb een wit fietshemd en een egaal beige broek. Na een week krijgt de broek steeds meer patronen. De geur kan ik niet beschrijven, want ikzelf ruik het niet meer. Maar…op weg van Florence naar Siena wilde ik in Castellina in Chianti op een terras een pilsje drinken. De tocht van Florence naar Castellina was heftig en zwaar geweest, maar daarover later.

Eeen bewondereraar wil met mij op de foto

Eeen bewondereraar wil met mij op de foto. Lag het dan toch aan de AXE ??

Ik zoek een tafeltje in de schaduw midden op het terras. Nee, nee, roept de dame van de bediening en wijst me een tafeltje helemaal aan de rand van het terras. Zie ik er zo onverzorgd uit? Ruik ik soms? Reden genoeg om hemd en broek eens te wassen. Waspoeder heb ik niet, maar vanmorgen vond ik in de douche een  volle fles Axe-body-en-nog-wat. In elke douche kan je wel wat vinden. Veel jongeren die op vakantie zijn denken dat -net als thuis- moeder de rotzooi wel achter ze opruimt of achter hen aanbrengt. En zo vond ik een mooie fles Axe. Aangekomen in Siena ben ik gaan douchen en daarna heb ik mijn broek en hemd gewassen in Axe. Het hemd is wit en de broek is -op een paar plekjes na- weer beige. Rond 18.00 uur is het nog zo warm dat ik mijn kleren maar nat aantrek en zo drogen ze aan mijn lijf. Met een halfuurtje is alles weer droog en geurt het heerlijk! Ik heb op tv wel eens een reclamespotje gezien van Axe dat dan alle vrouwen op je afvliegen, zo’n aantrekkingskracht heeft de geur van Axe. Nou dat had ik niet, maar ik word ook niet meer naar een hoek verwezen.

Gisteren in Florence rondgefietst. De steden zijn prachtig, maar de  traag, sloom en lusteloos rond dwalende toeristen met hun boekjes met bezienswaardigheden van Florence, staan mij tegen. Rust en landschap zoek ik! Op de camping is de rust ook ver te zoeken. In het restaurant -wat uit een 100% buitenterras bestaat- zitten jongeren. Nieuw is een een soort toren met een kraantje die midden op de tafel wordt gezet. Daarin zit wijn of bier  wat jezelf mag tappen. De inhoud van de “toren” wordt minder en de jongeren worden luidruchtiger. Vakantieplezier! Ik hoor Engels, Italiaans en Duits. De Eurail-jongeren verkennen Europa. Wat een verschil, maar toch ook niet, in 1961 ging ik met een vriend met de bromfiets naar Valkenburg. Dat was voor ons vanaf Arnhem al een wereldreis. En geen mail of sms om contact met huis te houden. Maar eigenlijk deden we toen gewoon hetzelfde, alleen met veel minder geld: achter de meiden aan en de hele nacht doorfeesten.

Als ik om 22.00 uur in mijn tentje lig hoor ik het rumoer van het terras en de disco naast de camping die tot 04.00 uur doorgaat. Ook de sirenes van politie en ambulances janken de hele avond. Ik neem mijn oordoppen en slaap nog een paar uur rustig. Om 6.00 uur ben ik wakker, wassen, inpakken en om 7.00 uur sta ik bij het loket om 2 overnachtingen af te rekenen: 28.00 euro. Om 7.15 uur fiets ik weg naar Siena. Temperatuur nog 20°, en de weg gaat direct omhoog. Soms wel 10% of meer. Ik moet lopen. Het hart klopt als een klopboor. Ik voel het, ik hoor het, ik denk dan: die pomp doet het nog  goed”.  Ik verbaas mij erover, ondanks mijn leeftijd van 69 jaar. Mijn vriend Pierre uit Heemstede van 80 moedigt mij altijd aan en zegt: wat is oud, gewoon doen!” Mijn moeder zei: “de Duvel is oud”. Ik trap naar boven, de eerste fles water is al opgestookt.

In Cerbaia is een pleintje met een kraan. Ik vul mijn flessen, ik heb er nu 17 km. bergopwaarts erop zitten. De plaatselijke gehandicapte is met een bezem en een blik aan een steel, het plein aan het vegen. Elk gevallen blaadje van de bomen veegt hij op. De bril die hij op heeft is uit de vorige eeuw, met glazen dik als de bodem van een jampotje. Hij is uit z’n hum als hij het hoekje waar ik zit niet kan vegen. Aan de overkant van het plein is een kleine supermarkt. Ik koop melk en nectarines. Mijn ontbijt is brood met jam en nectarines. Mijn tocht naar onbekende hoogte gaat verder. De tocht omhoog doet zeer, vooral nu de temperatuur richting de 30 ° gaat.

Water: De koelvloeistof' voor de fietser.

Water; De koelvloeistof’ voor de fietser.

De waterflessen raken weer leeg. Ik zoek bij kerken naar een kraan. Dan vind ik een speelterrein met een kraan, vul mijn flessen en spoel mijn hemd en trek het weer nat aan. Verder…… lopen – fietsen, het blijft berg op gaan. Ik sterf. Ik denk, stel je niet aan. Ik spreek mezelf moed in, het moet gewoon een keer weer omlaag gaan. Castellina in Chianti is het hoogste punt. Toeristen en ik gun mij een pilsje op een uithoek van een terras. Onderweg nog bewondering van Engelse toeristen gekregen en de temperatuur gaat naar de 40 graden. Dan daalt het 7 km en kan ik genieten van het mooie landschap. Voor Siena nog een bergje op van 14% en dan kom ik in Siena. Bekend terrein uit 2010. Ik verbaas mij dat ik er weer ben, na 74 km klimmen, fietsen, lopen in de hitte en veel drinken. Op de camping vind ik een vlakke plek. Naast mij staan mensen van Cycletours, fietsvakanties. Steeds staan deze mensen op een andere plek of een andere stad en vandaar uit gaan ze fietsen. Willem de begeleider komt even buurten en daarna ga ik om 21.30 uur bij hem buurten. Gezellig al die mensen die zich met fietsen vermaken. En zij vermaken zich met de eenzame fietser die naar Rome gaat.
……………………………………………………………………………………………………………………………..

Zaterdag 3 augustus 2013
Traject Siena-Proceno
112 km.
temperatuur 35 tot 40 graden.

’s Morgens vanuit Siena, berg op, berg af. Prachtige dorpjes en vergezichten. Kilometers ga ik over kleine weggetjes. Waar ik vers water kan krijgen vul ik de flessen weer. Regelmatig stop ik om te eten. De asfalt weg gaat over in een onverharde weg met heel veel stof. Op een kruising staat een Belgische auto en de Belgen vragen mij de weg naar hun vakantie woning. Ik heb een paar kilometer verder wel iets gezien en wijs ze de weg .

Bij Grotti ben ik de binnenwegen zat en besluit over de provinciale weg naar Proceno te gaan. Ik was daar eerder en het is zo een mooie boerencamping. Dan maar een paar km. meer. Het is zaterdag en lekker rustig op de Provinciale weg. In Monteroni koop ik uit voorzorg mijn eten voor zondag en zo sleep ik weer  kilo’s extra mee. Maar om 17.00 uur (na 10 uur onderweg) slaat de vermoeidheid toe. Ik moet stoppen en eet flink . Na een half uur ga ik verder en dan komt karakter van pas.  Ik kijk niet hoeveel kilometers ik al heb gereden. Als je het weet begin je te denken, het is genoeg. Dat wil ik niet. Ik wil naar Proceno en het maakt mij niet uit hoeveel kilometers het nog is.  Bij Val di Paglia verlaat ik de ss2. Ik moet de bergen weer in. De volgende bergen met 10 tot 15% stijging  en haarspeldbochten doen zeer. Toch wil ik naar Proceno, de boerencamping wat een  vergeten paradijs is. 21.00 Uur: het is donker, hoofdlampje en knipperlicht achter op de helm gaan aan, zo fiets ik door het donker. Vleermuizen schieten langs mijn hoofd. Het lampje trekt  insecten aan. De batterij van mijn lichaam is leeg. 21.30 uur: ik zie het bord van de camping, nog 1 km. Bij de poort bel ik aan . Er zijn 2 bellen en een videocamera. Ik blijf meerdere keren bellen, maar niemand doet het hek open. Dan mijn tentje maar naast de poort zetten weer schapen verschrikt weglopen. Ik ben op, het maakt mij niets meer uit. Rust en slaap wil ik. Bij de bel staat ook een telefoonnummer. Een laatste poging dan nog maar. 21.45 uur. “Pronto ” een man neemt de telefoon op. Ik begin in het Engels. “Momento” De telefoon wordt doorgegeven – blijkbaar de dochter- ze zijn niet thuis, maar op een feest in het dorp. Na aandringen en doorpraten, zegt ze dat ze met 10 minuten komen. Ik heb wel een paar keer moeten zeggen “Pelgrimano, Ollande – Rome”.

Ik zit op mijn krukje voor het hek en dommel weg. Dan zie ik het licht van een auto. Twee mannen, waarvan ik er een als de eigenaar herken, stappen uit. Ze doen het hek open en ik loop naar de plaats voor de tenten. Er staan nog 2 Nederlanders uit Groningen. Ik leg nog een keer uit dat ik in 2010 ook hier was en dan zegt de eigenaar: di Papa, balconi” Met verbazing hoor ik het aan en begin te lachen. Hij bedoelt de foto in mijn fotoboek waar ik samen met de Paus op het balkon van het Vaticaan sta. Na zoveel jaren weet hij dat nog. Het is een fotomontage waar men altijd met een lach naar kijkt. De verhoudingen op de foto kloppen niet, want de paus en ik zijn groter dan het balkon. Het is goed. En bij het licht van mijn hoofdlampje ga ik mijn tent opzetten. Nog even douchen en dan op de slaapmat. De “machine” mag rusten. In de verte hoor ik de muziek van het feest in Proceno. Ik val in diepe slaap, respect voor het lichaam. Als ik kijk hoeveel ik heb gereden, begrijp ik het wel: 112 km. In Nederland goed te doen, maar hier met temperaturen boven de 30° en de hele dag berg op, berg af, sloopt het de conditie. Morgen, zondag, neem ik een rustdag. Lekker helemaal niets! Uitrusten, wassen, lezen, schrijven in het “paradijs” op een heuveltop net over de grens van Toscane, in Lazio. Rome is binnen handbereik, minder dan 200 km. Ik blijf nog een dag langer.
……………………………………………………………………………………………………………………………..

Zondag 4 augustus 2013
Proceno
Rustdag

Bonnen
Waarom zou je weggaan als het perfect is. Ik ben bij Marina en Doriano Rossini, waar ook de moeder van Marina nog rondloopt en alle bloemen water geeft. Vandaag zondag 4 augustus geef ik mij een rustdag. Heerlijk later opstaan, niet dat ik doorslaap, ben toch gewoon om 6 uur wakker. Maar ik merk dat m’n lichaam rust nodig heeft. Voor de middag begin ik wat te prutsen. Papieren, kaarten en rekeningen opruimen. Ik kan maar moeilijk afscheid nemen, het zijn herinneringen. De oplossing! Ik fotografeer alle bonnen en verscheur daarna de originelen. Weet ik toch nog wat alles kostte. Ik ben zo’n oen die weinig geld uitgeeft. Op mijn fietstochten leef ik somber. Een voorbeeld van gisteren bij Costafabbri 10 km buiten Siena: zie ik heel veel blauwe pruimen langs de weg liggen. De pruimenboom staat in een tuin 2 meter hoger. De pruimen vallen uit de boom en rollen langs de schuine kant, naar de rand van de weg. Ik verzamel een kilootje. De harde pruimen zoek ik er uit, als ze te zacht zijn laat ik ze liggen. Wat kost nou een kilo pruimen? Maar als ze zomaar naar je toe komen rollen is dat toch prachtig! Als ik van het fietsen berg op door het hijgen een droge mond krijg, eet ik een paar pruimen. Aan het einde van de dag heb ik ze bijna allemaal op. Maar door de permanente temperatuur van 36°, zijn ook de pruimen geen verfrissing meer. Moet maar afwachten wat het morgenvroeg voor resultaat geeft.

Water.
Iedere dag weer is water een essentiële levensbehoefte. Twee flessen  is 1 ½ liter water, dus sleep ik ieder dag 1½ kg extra mee. ’s Morgens is het drinken minder, maar met het oplopen van de temperatuur neemt ook de behoefte aan water toe. Drie tot vier liter water is heel gewoon en als het lukt ook nog 1 liter melk. Wel gesteriliseerde melk (UTH) Die kan je rustig in de fietstas meenemen zonder dat de melk zuur wordt. En zo drink en eet je de hele dag. Eten is ook zo’n voorwaarde, bananen, nectarines, brood met jam. Je eet het en de benen blijven trappen. Ik verbaas mij over mijn eigen lichaam, wat het aan kan. Hoe het blijft werken. Natuurlijk, de spieren geven wel eens aan dat ze het moeilijk hadden. Kramp! Meestal als je tot rust komt begint de kramp in je benen. Been strekken en -als het lukt- er even op gaan staan. In de tent, waar weinig ruimte is, geeft dat soms standjes en figuren waar je bij de gymles mooie punten voor zou krijgen. De volgende morgen is de “machine” ook direct weer in staat om prestaties te leveren. Ik begin om 7.00 uur en pas om 9.00 uur eet ik. Natuurlijk heb ik de avond ervoor flink pasta gegeten. Mijn beroemde spaghetti met van alles erin.Rome web 2013 340

Dat is de basis “brandstof”. En als de basis goed is hoef je overdag alleen maar aan te vullen. Toch had ik gisteren (3 augustus) mijn limiet bereikt. Uit voorzorg heb ik niet gekeken hoeveel kilometer ik al gedaan had.
……………………………………………………………………………………………………………………………..

Maandag 5 augustus
Proceno rustdag
9 km

Om negen uur beginnen de cicaden met hun sjilpende geluid in de bomen. De eerste probeert om 8.30 uur al te beginnen, maar blijkbaar is het nog niet warm genoeg en krijgt, hij of zij, geen reactie. Maar het volledige orkest, met één instrument begint om 9.00 uur. De orkestbak zijn de bomen. Soms is links met een solopartij bezig, dan begint rechts weer met het gesjilp. Het zijn insecten met een kleur die op de boom lijkt. In Assisi op mijn eerste tocht naar Rome heb ik een uur staan kijken voor ik het insect vond. De schutkleur ten op zichtte van de boom is zo goed dat ze bijna niet te vinden zijn. Het geluid maken ze met de vleugels en ze zijn onvermoeibaar. Niet dat het ’s nachts stil is. Bij het licht worden beginnen de tortelduiven. Ze hebben een drielettergrepengeluid. Als ik het hoor, hoor ik: ‘Jaco is goed’ op lage toon. Ik krijg het niet meer uit mijn kop: Jaco is goed! En zo heeft de rust en vrede van mijn camping in Proceno toch haar eigen geluiden.Rome web 2013 353

In de wijn kelder proeven we de wijn van Adriano.

In de wijnkelder proeven we de wijn van Adriano.

De camping is eigendom van Doriano Rossini en zijn vrouw Marina. Haar moeder Anna woont ook op de boerderij. De beide dochters studeren, Helena voor apotheker, en Silvia voor dierenarts. Je ziet duidelijk dat Doriano trots is op zijn dochters. Ik vind dat prachting. In de zuidelijke cultuur, waar zonen vaak meer aanzien hebben, worden dochters niet op zo’n voetstuk geplaatst. Hier is pa trots op zijn dochters. Ik schat pa en ma eind vijftig. Doriano is een man met een volle grijze haardos met slagen. Moeder Marina is te zwaar en probeert dat te verbergen in een ruime jurk, die door haar flinke achterwerk wijd uit gaat staan.

Toen ik 2010 op weg van Rome – naar Nederland hier was vertelde Pascal Bruno, de boedisth over deze boerderij. Ze hebben vlees van kippen, konijnen en schapen. Andere dieren heb ik niet gezien.’ Ze mogen in vrijheid leven totdat ze als eten nodig zijn. Verder hebben ze graan, olijven voor de olie en wijn. Naast hun woning staat een gastenverblijf met 3 wooneenheden. Blijkbaar is dat voldoende om van te leven. Zo simpel, zo mooi, boven op de geïsoleerde bergtop met zicht op Proceno. Hemelsbreed 1 km, over de weg met haardspeldbochten, 4 km. Vandaag, 4 augustus 2013, mijn laatste dag hier. Morgen verder naar Rome. Of ik hier weer zal komen? Ik vermoed van wel. Dat zal niet op de fiets zijn, maar zeg nooit, nooit. Zo’n paradijs blijft trekken.

Om toch wat beweging te hebben ben ik 11.35 uur op de fiets naar Proceno gegaan. Boodschappen en geld halen. Proceno is een vestingstad met toren boven op de naastgelegen berg. Ik daal via S bochten 2 km af en moet direct, ook weer 2 km klimmen. De stad heeft kleine straatjes, waar ook gewoon auto’s komen. Aan het einde van de straat, kom ik op een centraal plein. Ik herken de tafels en stoelen van het feest dit weekeinde. Er is een postkantoor en bank-geld-automaat. Op een bankje zitten twee dames met een laptop en natuurlijk moet ik weten waarom. Een van de dames +- 60 jaar. spreekt Engels. Ze testen WiFi van de stad op het plein ‘Free WiFi’. Helaas lukt het niet goed. De dames met laptop hebben problemen. Je moet inloggen met het nummer van je mobiele telefoon. Standaard staat daar het landnummer 49 van Italië en dat kun je niet veranderen. Ik heb de pest aan vrij internet waar je nog van alles met persoonlijke gegevens moet achterlaten. Free WiFi is direct contact. Dat lukt mij niet. Toch hebben we nog even een leuk gesprek. Ik ga het postkantoor in en geef mijn  brief en de beambte begint te wegen.  Blijkt de weegschaal niet te werken. De beambte duikt onder de balie en komt er zuchtend onderuit. Hij heeft geen contact tussen weegschaal en zijn computer. Ik vraag een keer of alles goed komt? Ja zeker, het is goed zo! In vertrouwen laat ik de brief achter. In de geldautomaat haal ik 150 euro. Even een paar dagen genoeg geld. De dames met laptop zijn nog steeds met WiFi bezig. Nog steeds een vreemd gezicht. Twee dames tussen 50 en 60 jaar die met een laptop op schoot aan het werk zijn. Na het centrale plein, wat het einde van het dorp op de berg is, is er  maar één weg terug naar de toegangspoort. Onderweg haal ik vlees bij de slager. Hij ziet mijn fiets buiten staan en trots wijst hij op een foto waar hij, met nummer voor op het stuur, op staat. Hij ‘was’ wielrenner en ‘was’ maak ik op uit de ouderdom van de foto. Buiten op straat voor de slager hoor ik een man en vrouw Nederlands spreken. In deze onherbergzame streek meer uitzondering dan regel. Natuurlijk moet ik weten hoe ze hier komen. Het zijn Paula en Luuk Steenbeek uit Albergen in Twente. Ze zitten in het hotel in Proceno. Gezellig praten we, in dialect, omdat ik dat vanuit mijn Overijsselse achtergrond nog goed spreek. Ze willen graag op de foto met mij want dat is toch wel bijzonder, zo maar op de fiets vanuit Nederland naar Rome. Terwijl ik wel besef dat het bijzonder is en zeker op mijn leeftijd, vind ik alle complimenten wat veel. Wel leuk, maar ik kan het en doe het. Paula zegt dat ze ook nog een keer naar Santiago de Compostela wil. Doen! roep ik. Niet wachten. Maak je droom waar. Al is het maar 2 weken op de fiets. Ze heeft vijf jaar geleden al het besluit genomen om met haar zussen te gaan. Toch  is er niets van gekomen. Gemiste kansen. Mijn advies: ‘Meiden, ga op pad. Het zal een blijvende herinnering zijn die je leven verrijkt.’

Terug naar de camping moet ik weer 200 m omhoog. Zonder bepakking geen probleem. Rustig trap ik naar boven. Mijn buren uit Groningen zijn vanmorgen rond 8 uur op de fiets weg gegaan en ze zijn nog niet terug. Rond 16.00 uur komen ze bezweet op de wielrenfietsen aan. Als eerste drinken ze water, daarna gaan ze om de beurt douchen en vallen in slaap. Aan het eind van de middag zeg ik dat ik morgen vroeg verder ga en ze daarom een goede vakantie wens. Geert-Job Sevink en Johanna Hemstra blijven nog 2 weken. Ook zij vinden dit een paradijs. Dus delen we deze mooie plaats.

Het hoogste wat wij Nederlanders kennen is: De dijk, Posbank, Couberg of Keuterberg in Zuid-Limburg. Wij zijn mensen van de vlakte. Vanuit het veen de Honsrug op, of in Montferland bij het Perske omhoog naar de Elterberg is al te vergelijken met een Alpenetappe. Wij zijn geboren op de vlakte en voelen ons daar thuis. Wijds moet het uitzicht zijn. Gaan we op vakantie dan willen we zien waar Heidi in de bergen leefde. Wij verbazen ons erover dat er bergen hoger dan de Couberg zijn en het zicht horizontaal beperkt is. Natuur, ’s avonds is het zicht zonder beperking van wolken ontelbare kilometers. De maan en de sterren zien we probleemloos.

Na de vakantie gaan we weer in file naar Nederland, beginnen direct weer te klagen over het weer. Te koud of voor de tijd van het jaar te warm. We voelen ons weer thuis op onze pannenkoek. We klagen over de politiek, die het nooit voor iedereen goed doet. Wij zijn weer onder elkaar, de kneuterigheid heeft weer vat op ons.

Het NOS of RTL 4 journaal brengt de ellende uit het buitenland op de hele uren in beeld. En ongemerkt zijn we gelukkig. Elke dag eten, geen oorlog, hooguit een meningsverschil met de buren, dat de struiken te ver over de schutting groeien, waar we een rijdende rachter voor hebben.  Onze eigen plek 200-300 vierkante meter, met een huis wat we inrichten naar onze eigen wensen. Wat hebben we nog te wensen? We hebben alles. Posbank, Couberg, Keuterberg. Niets meer dan een verhoogde molshoop. Wij kennen het onder de naam Nederland.
………………………………………………………………………..

Dinsdag 6 augustus
Traject:Proceno-Vetralla
87 km

Olijvenboomgaard
Gisteren heb ik de buren uit Groningen gedag gezegd. Ze gaan tegen 20.00 uur nog wat drinken in Proceno. Ik duik de tent in. Alle tassen hangen al op de fiets. Ik moet dit rustoord verlaten. Van de familie heb ik een kaartje meegekregen. Pa Andreano probeert wat Engels en begrijpt het redelijk. Dochter Silvia is thuis en wast haar auto. Weet niet waarom, want alle wegen zijn stoffig. Silvia studeert, het  is haar eerst jaar. Haar Engels is niet veel beter dan van haar vader, dus praat ik als een echte Engelsman. Weten ze toch niet, dat het bijna net zo slecht is. Met Andreano drink ik nog een glas wijn. Silvia is 21 jr. en pa en ma half 50. Ma is zo’n uitgezakt type in een grote jurk om veel te verbergen. Pa heeft een prachtige bos grijs haar met krullen, waar hij als kam zijn vinger door haalt. We nemen afscheid. Drie nachten € 39 en een paar euro voor de wijn en de groente is gratis uit eigen tuin. Ik denk met mooie herinneringen terug aan deze berg in Lazio. Ik slaap slecht, hoor de burgen nog thuis komen en besluit oordoppen in te doen. 05.45 uur begin ik te pakken. De straten zijn nog stil, de haan heeft al een paar maal gekraaid. De tortels roepen permanent de drielettergreep, waar ik in hoor, ‘Jacco is goed”.

Verkeerd gereden
06.00 uur fiets ik langs de hekken met kippen, konijnen en ganzen. Het kleine hek kan ik met een drukknop open. Na dorp ga ik links. Na 2 km twijfel ik. Fiets door, want terug schiet ook niet op. Later denk je, had ik het maar gedaan! Maar dat is later. De asfaltweg houdt op. Grind en keien en zo hobbel ik over heuvels en bergtoppen km na km. Op het zicht weet ik waar ik ongeveer moet uitkomen, maar dan sta ik op een doodlopende weg bij een verlaten huis met drie auto’s met kofferbakken op het dak. Moet ik terug? O, dan zie toch nog een zijweg. Het is een grindweg. Het laatste stuk weg heeft zoveel keien dat er in het achterwiel iets fout gaat. Het achterwiel maakt verschrikkelijk veel lawaai. Schrik!

De keienweg

De keienweg

Hoe los ik dat op?
Als ik weer op de asfalt weg kom gooi ik alle tassen eraf, zet de fiets op de kop en ga op onderzoek uit. Het achterwiel staat scheef. Eerst rechtzetten. De schroef van de rem zit los. Meer wil ik even niet los maken. Als ik de problemen op een rij zet concludeer ik dat het niet de versnelling is. Ook de ketting en tandwielen zijn het niet, want als ik niet trap blijft het knoepen. Ik bouw de fiets  met de tassen weer op. Het blijft knoepen, blijkbaar een kogel in het lager wat kapot is.

Eerste de schade bekijken.

Eerste de schade bekijken.

Het knoepen wordt minder. Als ik op de kruising van de SS2 naar Proceno kom staat de teller op 28 km. Terwijl het van de camping maar 8 km is. Ik moet nu weer berg op naar Acquapendente. Het knoepen wordt minder. Ik besluit de SS2 naar Rome te volgen, waar mogelijk haal ik water. Onderweg heb ik nog een leuk gesprek met een man en vrouw en kinderen uit Groningen. De vrouw steekt in Brassiano een zebra over en ik stop netjes. Met verbazing roept ze: ‘Het is een Nederlander op de fiets die stopt’. Haar man komt erbij. Hij is ook een paar jaar geleden naar Rome gefietst. Hij wil alles weten. Zijn vrouw roept dat de parkeermeter over de tijd is en hij zegt ga maar vast. Ik geef hem een kaartje. Ze hebben vakantie in San Lourenso de Nouve. Daar, met zicht op het meer van Brassiano heb ik heerlijk anderhalf uur tussen de middag geslapen.

Ik besluit een cappuccino te drinken. Uitgeput zit ik op het terras als de telefoon gaat. Met snikkende stem vertelt de dochter dat onze buurvrouw Annemiek van 74 jr. vanmorgen plotseling is overleden. Of ik zo snel mogelijk naar huis kan komen. Mijn eerste reactie: ‘eerst nadenken’. Ik ben nog 100 km van Rome. Ik besluit nog wat kilometers te maken en een goede plek te zoeken om te overnachten . Een kilometer of 10 voorbij Vetralla aan de SS2 vind ik een prachtige rustige olijvenboomgaard. Een perzikenboom geeft wat fruit en ik ben klaar. De avond valt en ik zit onder een zeer oude olijvenboom. In de verte de bergen, waar de zon onder gaat.

Zonsondergang gezien vanuit de olijvenboomgaard.

Zonsondergang gezien vanuit de olijvenboomgaard.

Een lang gekoesterde wens, slapen in de open lucht laat ik in vervulling gaan. Ik spreid een zeiltje en daarop mijn slaapmat. De slaapzak over mij heen als het echt koud gaat worden. Eén met de natuur. De sterrenhemel boven mij.

De vos

Mijn slaapplaats in de natuur, onder de olijvenboom.

Mijn slaapplaats in de natuur, onder de olijvenboom.

Ondanks het droeve nieuws van deze dag, geniet ik van het moment. Midden in de nacht schrik ik wakker. Dichtbij blaft een vos. Vossen hoor je niet vaak, maar als ze schrikken kunnen ze echt blaffen. En deze vos is echt geschrokken, want ver weg hoor je hem nog.

 

 

 

………………………………………………………………………………………………………………………………….

Woensdag 7 augustus 2013
Traject:Vetralla-Rome
82 km
Overnachting: Camping Flaminio

05.45 uur wordt het licht. Ik eet wat en ruim alles netjes op. Nog 70 of 80 km naar Rome. Tot 10.00 uur is de temperatuur redelijk. Dan wordt het warm. Berg op is het zweten en om 13.00 uur kom ik in Rome aan. Eerst een cappuccino en dan naar het plein voor de Sint Pieter.

Voor de 3e keer Rome

Voor de 3e keer Rome

Ik heb het weer gedaan. Dwars door Zwitserland, dan naar Milaan en vanaf Florence weer fietsen naar Rome. De bergen en temperatuur zijn slopend, maar wat een mooie dingen heb ik gezien. Op een morgen regen en ’s middags onweer en storm na. Elke dag zon en temperaturen boven 35 °. 69 Jaar, ik kan het. Nu nog naar het plein. De aankomst van de Pelgrim naar Rome.

Drie keer Rome en nog geen heilige!

………………………………………………………………………………………………………………………………….
2013-08-08 Rome 39 km

………………………………………………………………………………………………………………………………….
2013-08-09 Rome 21km

……………………………………………………………………………………………………………………………
2013-08-10 Rome 34 km

………………………………………………………………………………………………………………………………….
2013-08-11 Rome 18 km

Pelgrimsmis
Toen ik donderdag mijn testimonium in de kerk der Friezen haalde zei de dame die het uitschreef, dat er zondag om 10.30 uur een pelgrimsmis zou zijn. Als goede pelgrim kan een beetje bezinning geen kwaad, zeker niet op de dag voor je vertrek. Ik gun mij wat uitslapen, maar om 09.00 uur zit ik op de fiets richting centrum. Ik leer de weg al goed kennen, er is weinig verkeer op de weg en zonder kaart fiets ik 8 km over de via Flaminia nuova naar het Vaticaan. Eerst kijk ik nog even op het St Pietersplein waar het nog rustig is, Om 10 uur ga ik naar de kerk der Friezen die direct naast het St Pietersplein ligt. De kerk ligt tegen een heuvel en je moet twee trappen op om bij de kerk te komen,

Mijn fiets beneden laten staan lokt mij niet aan. Ik draag de fiets naar boven waar ik hem wil vast zetten aan een hek. Voor de kerk staan drie mannen. Een van hen spreekt mij aan en zegt dat de fiets ook wel binnen in de consistorie mag staan. Dat lijkt mij echt een veilig gevoel en kan ik rustig de Mis bijwonen. Diaken Kees van Duin vraagt mij of ik tijdens de viering naar voren wil komen voor de pelgrimszegen.

Vooraf gaande de Mis vertelt Peter Hemmes over de historie van ‘de Friezenkerk’,

Anton Kamps uit Oosterhout is de pastoor die in de Mis voor gaat. Heel bijzonder is de zang van mezzo sopraan Ilse van Wuijkhuijse uit Oosterhout. Of er een engel in de kerk aan het zingen is. Aan het einde van de Mis word ik samen met een andere pelgrim, Wilhelm Heitkamp uit Kampen, ontboden om naar voren te komen voor de pelgrimszegen.

Dat moment voor in de kerk maakt wat los. Na drie tochten, van en naar Rome, komen er toch veel emoties los. De tocht gaat door je gedachten; het mooie, maar warme weer, de vermoeidheid, de tegenslagen, al het zweet, het heerlijke gevoel aan het einde van een dagtocht. Het verdriet om het plotseling overlijden van buurvrouw Annemiek, ik doe een gebedje voor haar. Maar vooral de dankbaarheid dat ik het op mijn leeftijd nog heb en kan doen. In trans ga ik weer zitten, in mijn smerige broek en fietsshirt, de kleding die ik de afgelopen drie weken heb gedragen. Je hebt niet veel nodig om gelukkig te zijn.

Na de mis worden we uit genodigd om nog samen koffie te drinken. Er worden nog foto’s gemaakt en ook met een dame die mij zeer bekend voor komt, maar waarvan de naam niet boven komt. Ze heeft twee blonde lokken en waarschijnlijk doet ze iets in de politiek. Terug op de camping ga ik een Googlen, blonde lokken politiek. Ja hoor, direct gevonden het is oud minister van Landbouw Gerda Verburg samen met haar partner  Willy Westerlaken. Tijdens de koffie praat ik met Willy  Westerlaken over mijn fietstochten. Om 12 uur vertrek ik, het St Pietersplein loopt leeg. De paus heeft net vanaf het balkon de gelovigen toegesproken en de zegen gegeven. Voldaan fiets ik terug naar de camping. Eerst koop ik in de supermarkt direct naast de camping nog wat eten en drinken, De rest van de dag breng ik door met niets doen en schrijven. Tot vandaag heeft de fiets het nog redelijk gedaan. Wel maakt de achternaaf nog veel lawaai, maar hij rijdt nog. Morgen nog 30 km naar het vliegveld. Ook dat zal wel lukken.

………………………………………………………………………………………………………………………………….
2013-08-12 Rome naar vliegveld  Ciampino 40 km

………………………………………………………………………………………………………………………………….
2013-08-12 Vliegveld Eindhoven- Uden 30 km

………………………………………………………………………………………………………………………………….

2013-08-13  Uden- Duiven 50 km
………………………………………………………………………………………………………………………………….

Totaal 985 km

Alle foto’s van de tocht staan op Picasa onder deze link

Album met de foto’s van de Pelgrimstocht 2013 naar Rome.